e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruige mest bluis: blūš (Margraten), bovenste mest: bø̄vǝštǝ męs (Hoensbroek), broei: brø̄i̯ (Stein), droge mest: drø̄gǝ mest (Gennep, ... ), droog mest: dryǝx [mest] (Egchel), drȳx [mest] (Meldert), frisse mest: frešǝ mes (Gulpen), geen goede mest: gęi̯nǝ gōi̯ǝ męs (Heugem), groene mest: grø̄nǝ meš (Oost-Maarland), jong mest: juŋ męst (Halen), jonge mest: joŋǝ [mest] (Hoensbroek, ... ), lang mest: la.ŋk [mest] (Boukoul, ... ), laŋ [mest] (Bergen, ... ), laŋk [mest] (Baarlo, ... ), lãŋk [mest] (Lottum, ... ), lāŋk [mest] (Vorsen), lange mest: laŋǝ [mest] (Heerlen, ... ), lange stalmest: laŋǝ štalmęs (Klimmen), licht mest: lex [mest] (Boorsem), lēx [mest] (Meijel), magere mest: māgǝrǝ [mest] (Maastricht), mǭgǝrǝ [mest] (Heugem), mest: nii̯ [mest] (Sevenum), nyi̯ [mest] (Swalmen), šlɛxtǝ meš (Oost-Maarland), nog niet gans vergangen: nǫx nēt ˲gans ˲vǝrgaŋǝ (Kerensheide), nog niet lang gezeten: nǫx nēt laŋ gǝzē̜tǝ (Kerensheide), ruig mest: rǫu̯x mei̯ǝs (Zepperen), ruw mest: rou̯ [mest] (Horst, ... ), ruu̯ [mest] (Herten, ... ), ruw mest (Tessenderlo), rø̜̄ [mest] (Donk), rō [mest] (Riksingen), rō. [mest] (Stevoort), rōu̯ [mest] (Sevenum), rő̜̄̄. [mest] (Berbroek), rő̜u̯ [mest] (Opglabbeek), rő̜̄. [mest] (Kermt), rūu̯ [mest] (Boukoul, ... ), rǫu̯ [mest] (Aldeneik, ... ), rǫu̯. [mest] (Koersel, ... ), rǭ [mest] (Linkhout), ruwe mest: rou̯ǝ [mest] (Cadier), ru ̞u̯ǝ [mest] (Simpelveld), ruu̯ǝ [mest] (Beek, ... ), rōu̯ǝ [mest] (Eijsden, ... ), rū(u̯)ǝ [mest] (Einighausen, ... ), rǫu̯ǝ [mest] (Eckelrade, ... ), stromest: strø̜i̯[mest] (Leunen), strūi̯[mest] (Beringen), štryǝ[mest] (Mechelen, ... ), štrȳ[mest] (Gronsveld), vers mest: fǫrs [mest] (Aijen), vers mest (Lummen, ... ), vięs [mest] (Tongeren), vi̯øs [mest] (Millen), vi̯ō.s [mest] (Zepperen), vi̯ǫ.s [mest] (Alken, ... ), vi̯ǫs [mest] (Nerem), vi̯ǭ.s [mest] (Rukkelingen-Loon), vø ̞rs [mest] (Ospel), vø̜rs [mest] (Leuken, ... ), vērš [mest] (Vlodrop), vēs [mest] (Neeritter), vōrs [mest] (Helden, ... ), vǫrs [mest] (Blerick, ... ), vǫrst [mest] (Haelen), vǫs [mest] (Jeuk), vǭrs [mest] (Neerpelt), vɛrs [mest] (Ell, ... ), vɛs [mest] (Loksbergen), verse mest: vø̄sǝ [mest] (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), vø̜rsǝ [mest] (Weert), vēršǝ [mest] (Margraten), vēsǝ [mest] (Roosteren), vęrsǝ [mest] (Heythuysen), vīǝsǝ [mest] (Gronsveld, ... ), vǫrsǝ [mest] (Ottersum), vɛršǝ [mest] (Rothem), verse stalmest: vē.rsǝ [stalmest] (Lanaken), vīršǝ [stalmest] (Borgharen), vǭ ̝rsǝ [stalmest] (Horst), vliegerd: vlēgǝrt (Boukoul, ... ) Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.] I-1