e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rustperiode in de winter bijenslaap: bi.jǝslǭp (Weert), rustperiode: rø̜speriōdǝ (Noorbeek, ... ), winterrust: winterrust (Kerkhoven, ... ), winterslaap: we.tǝrsla.p (Dilsen), wenjtjeršlǭp (Herten, ... ), wenjtjǝrslǭp (Geistingen, ... ), wenteršlǭp (Herkenbosch, ... ), wentǝrsloǝp (Houthalen), wentǝrslǭp (Maasmechelen, ... ), winterslaap (Lommel, ... ), węjntǝrslǭp (Hasselt), węnjtjǝrslǭp (Stein), węntǝrslōp (Genk), węntǝrslǭp (Sint-Truiden), winterzit: wenjtjǝrzet (Asenray / Maalbroek, ... ), wentǝrzet (Horst, ... ), weŋktǝrzet (Heerlen), winterzit (Born, ... ), węjntǝrzet (Geulle), węnjtjǝrzet (Peij) Periode van inactiviteit der bijen tijdens de winter. Met uitzondering van de darren overwintert het gehele bijenvolk. Een slaap is het niet te noemen. Er wordt namelijk wel voedsel opgenomen en verteerd, zij het in uiterst kleine hoeveelheden. Er zit ook enige beweging in de tros bijen. Hoe kouder het wordt, hoe dichter de bijen opeendringen. In het midden zit de koningin, omringd door een aantal jonge bijen. [N 63, 54a; N 63, 54b] II-6