29731 |
ruwe stenen |
bakstenen:
bakštęjn (L432p Susteren),
blekers:
blī̄kǝrs (L316p Kaulille),
droge stenen:
druǝ stiǝn (P176p Sint-Truiden),
gedroogde brikken:
gǝdrȳx˱dǝ brekǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
gǝdrø̜x˱dǝ brekǝ (Q193p Gronsveld),
gǝdręjx˱dǝ brekǝ (Q083p Bilzen),
gedroogde stenen:
gǝdrȳx˱dǝ stiǝn (P176p Sint-Truiden),
groene stenen:
grø̄̄n štęjn (L322a Nunhem),
leembrikken:
lēmbrekǝ (Q170p Grote-Spouwen),
lęjmbrekǝ (Q011p Boorsem),
leemstenen:
lī̄mstī̄n (P057p Kuringen),
lęjmstęjn (L373p Roosteren),
lęjmštęjn (L330p Herten),
lemen stenen:
lijǝmǝ stijǝnǝ (K353p Tessenderlo),
lēmǝ stēǝn (L159a Middelaar),
monniken:
mønekǝ (L163p Ottersum),
mø̜nekǝ (L163a Milsbeek, ...
L210p Venray),
rauwe brikken:
rōǝ brekǝ (Q083p Bilzen),
rauwe stenen:
rōǝ stēn (Q083p Bilzen),
rǫwǝ šte ̞ŋ (Q121b Spekholzerheide
[(enkelvoud: rǫwǝ štē)]
),
rǫwǝ štęjn (Q020p Sittard),
rǫwǝ, rō stī̄jǝnǝ (P047p Loksbergen),
zonbakkers:
zǫnbakǝrs (L414p Houthalen),
zǫnbɛkǝrs (K359p Koersel),
zonbrikken:
zunbrekǝn (L416p Opglabbeek),
zonnebak:
zǫnǝbak (L291p Helden
[(in binnenmuren verwerkte ongebakken stenen)]
, ...
L290p Panningen),
zonnebakken:
zǫnǝbakǝ (L290p Panningen),
zonnebakken stenen:
zonǝbakǝ stęjn (L323p Buggenum, ...
L249p Grubbenvorst),
zonǝbakǝ št ̇ɛjn (L290p Panningen, ...
L270p Tegelen),
zǫnǝbakǝ stiǝn (L265p Meijel),
zǫnǝbakǝ stęjn (L269p Blerick),
zǫnǝbakǝ štęjn (L291p Helden),
zonnebakkeren:
zonǝbɛkǝrǝ (Q113p Heerlen),
zonnebakkers:
zo ̞nǝbɛkǝrs (L360p Bree),
zo.nǝbɛkǝš (Q030p Schinveld),
zonǝbakǝr (L282p Achel),
zonǝbakǝrs (L364p Meeuwen, ...
L210p Venray),
zonǝbę ̞kǝrš (Q097p Ulestraten),
zonǝbɛkǝr (L320a Ell),
zonǝbɛkǝrs (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L431p Dieteren,
L288c Eind,
L292p Heythuysen,
L289a Hushoven,
L316p Kaulille,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
zonǝbɛkǝš (Q020p Sittard
[(groot formaat handvormstenen: in de zon gedroogd en niet gebakken)]
),
zǫnǝbakǝrs (L315p Kleine-Brogel, ...
L364p Meeuwen),
zǫnǝbakǝs (L163a Milsbeek),
zǫnǝbę ̞kǝrs (L320c Haler),
zǫnǝbę ̞kǝš (Q111p Klimmen),
zǫnǝbɛkǝr (Q202p Eys, ...
Q121p Kerkrade,
L377p Maasbracht,
L318b Tungelroy),
zǫnǝbɛkǝrs (L381p Echt, ...
L322p Haelen,
L289b Leuken,
L267p Maasbree,
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
L432p Susteren,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L289p Weert),
zǫnǝbɛkǝš (Q029p Bingelrade, ...
Q035p Brunssum,
Q027p Doenrade,
Q028p Jabeek,
Q098p Schimmert),
%%enkelvoud%%
zǫnǝbakǝr (L209p Merselo),
zonnebrandstenen:
zonǝbrantštęjn (Q111p Klimmen),
zonǝbraŋkšteŋ (Q117a Waubach),
zonnebrikken:
zǫnǝbrekǝ (Q018p Geulle),
zonstenen:
zonstējǝn (K278p Lommel)
|
In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.]
II-8
|