id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
30956 | schalmen | afdunnen: āfdønǝn (Dilsen), afschalmen: afschalmen (Zonhoven), het leer uitdunnen: ǝt lę̄r utdønǝ (Montzen), schalmen: sxalmǝ (Milsbeek), šalmǝ (Bilzen, ... ), šalmǝn (Diepenbeek), šalǝmǝ (Roggel), uitschalmen: uǝtsxalmǝ (Maasbree) | Het langs de kanten schuin afsnijden van het leer. "Bij contrefort en neus moet er goed voor gezorgd worden, dat de kanten dun uitloopen, zoodat geen oneffenheden in het bovenleer ontstaan op de plaats, waar contrefort en neus eindigen; zij moeten worden geschift." (Directie, pag. 300). Schalmen is hetzelfde als schiften (Liedmeier, pag. 23). [N 60, 50b] II-10 |