31910 |
scharnierbeitel |
fitsbeitel:
feds˱bãtǝl (K353p Tessenderlo),
feds˱bãʔǝl (K353p Tessenderlo),
fets˱bęjtǝl (L426p Buchten, ...
L421p Dilsen,
L328p Heel,
L330p Herten,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L294p Neer,
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L289p Weert),
fetš˱b ̇ęjtǝl (Q193p Gronsveld),
fetš˱bētǝl (Q204a Mechelen),
fetš˱bęjtǝl (Q019b Groot Genhout, ...
L434p Limbricht,
Q015p Stein),
vetš˱bētǝl (Q033p Oirsbeek),
fitsenbeitel:
fetsǝbęjtǝl (L387p Posterholt, ...
L299p Reuver),
fetsǝnbęjtǝl (L421p Dilsen, ...
L163p Ottersum),
fitsǝbęjtǝl (L381p Echt),
fitšǝbētǝl (Q119p Eygelshoven, ...
Q204a Mechelen),
fitsenijzer:
fetsǝnīzǝr (Q020p Sittard),
fitšǝ-īzǝr (Q121c Bleijerheide),
fitsijzer:
fitš˱īzǝr (Q111p Klimmen),
kantbeitel:
kānt˱bęjtǝl (K317p Leopoldsburg),
pitsbeitel:
petš˱bęjtǝl (Q018p Geulle),
pivotbeitel:
pevǝt˱bęjtǝl (L421p Dilsen),
pivobęjtǝl (L271p Venlo),
pivø̜bęjtǝl (K317p Leopoldsburg),
pivǫt˱bęjtǝl (L330p Herten),
pivotbeiteltje:
pivubiǝtǝlkǝ (Q083p Bilzen
[(6 mm breed)]
),
ploegbeitel:
plōx˱bęjtǝl (Q027p Doenrade)
|
Hakbeitel waarvan heft en blad uit één stuk staal gesmeed zijn. Het beitelblad heeft aan de voorkant een zeer smalle, schuingeslepen zijde. De beitel wordt gebruikt voor het aanbrengen van smalle sleuven en gaten en vaak ook voor het inhakken van de sleuven voor scharnieren. Zie ook afb. 67. Een holte in een kozijn maken met behulp van de scharnierbeitel werd in Gronsveld (Q 193) infitsen (īnfetšǝ) genoemd. [N 53, 41-42; N G, 27b; monogr.]
II-12
|