29479 |
scheem |
liniaal:
linijǭl (L163p Ottersum),
scheem:
sxēm (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum
[(geheel van plaatijzer)]
),
šēm (L270p Tegelen
[(van beukehout)]
)
|
Metalen of houten plaatje om het produkt tijdens het draaien mee te polijsten. In L 163 verstond men onder de scheem een schepvormig instrument, geheel gemaakt van plaatijzer (het handvat eventueel omwikkeld met doek of pleister), waarmee men de bloempot op de draaischijf optrok, waarbij men van binnen de hand gebruikte en aan de buitenkant de scheem. In L 270 bedoelt men met de scheem een halfrond plaatje met gat, een vierkant of vierhoekig plaatje met gat (8 bij 8 tot 14 cm) en een plaatje met twee rechte en twee zwak gebogen bolle of holle kanten. Volgens de invuller worden deze zelden voor het optrekken van kleiwanden gebruikt, maar meestal om de buitenkant glad te maken en ook om ronding of holte te geven aan de binnenkant. Soms is het gereedschap van rubber vervaardigd. [N 49, 40; N 49, 41a; monogr.]
II-8
|