32794 |
scherp eggen |
(de eg) op scherp leggen:
op sxē̜rǝp lęgǝ (L246p Horst),
[eggen]:
[eggen] (P120p Alken, ...
P176b Bevingen,
L269p Blerick,
Q071p Diepenbeek,
L322p Haelen,
L291p Helden,
L316p Kaulille,
Q074p Kortessem,
L289b Leuken,
L372p Maaseik,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
P176a Melveren,
Q196p Mheer,
L294p Neer,
Q198b Oost-Maarland,
L416p Opglabbeek,
Q095a Oud-Caberg,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
Q187p Sint Pieter,
P176p Sint-Truiden,
Q020p Sittard,
L270p Tegelen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
P211p Waasmont,
Q117a Waubach,
Q113a Welten,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
diep [eggen]:
dēp (L292p Heythuysen, ...
L271p Venlo,
Q112p Voerendaal,
L289p Weert),
diep derdoor houden:
dēp ˲dǝrdōr hãldǝ (L248p Lottum),
dēp ˲dǝrdǭ ̝r hǭi̯ǝ (L266p Sevenum),
gewoon [eggen]:
gǝwōn [eggen] (L164p Gennep, ...
L192a Siebengewald),
met de tanden vooruit [eggen]:
męt ˲dǝ taŋ vø̄rūt (L288a Ospel),
naar voor [eggen]:
nǫ vø̄r (Q198a Mesch),
scherp [eggen]:
sxē̜rǝp (L192b Aijen, ...
L248p Lottum),
sxęrǝp (K357p Paal, ...
K361p Zolder),
sxɛ ̝rǝp (L265b Kronenberg, ...
K314p Kwaadmechelen),
sxɛ.rǝp (P053p Berbroek, ...
Q160p Bommershoven,
Q002p Hasselt,
L352p Hechtel,
L413p Helchteren,
K360p Heusden,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie,
P177p Zepperen),
sxɛrǝp (K358p Beringen, ...
K318p Berverlo,
L269b Boekend,
K316p Heppen,
L269a Hout-Blerick,
K317a Kerkhoven,
K359p Koersel,
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel,
K315p Oostham,
K353p Tessenderlo,
L271p Venlo,
P044p Zelem),
sxɛ̄rǝp (L115p Mook),
šɛ.rǝp (Q072p Beverst, ...
Q157a Overrepen),
šɛrǝp (Q027p Doenrade, ...
Q039p Hoensbroek,
L325p Horn,
Q028p Jabeek,
L383p Melick,
L382p Montfort,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen),
šɛ̄ ̝rǝp (Q222p Vaals),
šɛ̄.rǝp (Q193p Gronsveld, ...
Q082p Munsterbilzen,
Q194p Rijckholt),
scherp leggen:
sxē̜rǝp lęgǝ (L246p Horst),
scherp zetten:
šɛrǝp ˲zetǝ (L330p Herten),
van voor [eggen]:
van vø̄r (L377p Maasbracht),
van vø̄ǝr (Q203p Gulpen),
vān vø̄r (Q198b Oost-Maarland),
van voorwaarts [eggen]:
van vørwats (Q192p Margraten),
vǝ vø̜rwarts (Q191p Cadier),
vast door de grond houden:
va.st˱ dørǝx ˲dǝr gro.ŋk hau̯ǝ (Q116p Simpelveld),
voorheen [eggen]:
vø̄rhē (Q204a Mechelen),
vooruit [eggen]:
vø̄r`yt (L209p Merselo),
vø̜rūt (Q203p Gulpen),
vooruits [eggen]:
vȳǝrūts (Q111p Klimmen),
voorwaarts [eggen]:
førwarts (Q036p Nuth),
vȳrwarts (Q112z Ten Esschen),
vȳrwats (Q117a Waubach),
vȳrwārts (Q029p Bingelrade),
vørwats (Q202p Eys, ...
Q111p Klimmen,
Q192p Margraten,
Q117p Nieuwenhagen,
Q033p Oirsbeek,
Q208p Vijlen),
vø̄rwars (L424p Meeswijk),
vø̄rwarts (Q018p Geulle, ...
Q022p Munstergeleen,
Q099q Rothem,
Q020p Sittard),
vø̄rwaš (L430p Einighausen),
vø̄rwārs (Q009p Maasmechelen),
vø̄rwārts (L426p Buchten, ...
L427p Obbicht,
Q098p Schimmert,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten),
vø̄rwārš (L429p Guttecoven),
vø̄rwē̜rts (Q020p Sittard),
vø̜rwarts (L163p Ottersum),
vø̜rwats (Q193p Gronsveld, ...
Q116p Simpelveld,
Q112b Ubachsberg),
vø̜rwāts (Q028p Jabeek),
vorenwaarts [eggen]:
vørǝwats (Q033p Oirsbeek)
|
Werken met een eg die "scherp" is aangespannen. De tanden van de eg staan dan schuin naar voren gericht en gaan dientengevolge diep door de grond heen. Zie afb. 69. De termen zijn primair van toepassing op het werk met de oude houten eg die schuingeplaatste tanden had. In streken waar men gezien de grondsoort met één egtype kon volstaan en bij de bestrijding van onkruid uitsluitend of voornamelijk scherp egde, kan voor "scherp eggen" en "onkruid uiteggen" dezelfde term in gebruik zijn (geweest). Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten, zien men de toelichting bij het lemma ''eggen''.' [JG 1a + 1b add.; N 11A, 173a; N P, 15a; monogr.]
I-2
|