id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29427 | schort | balezak: bā.lǝzak (Tegelen), scholk: šǫlǝk (Maastricht [(gedragen door de sorteerster in aardewerkfabrieken)] , ... ) | Schort, voorschoot van leer of zeildoek. [monogr.] || Zak die in de oude handpannenfabrieken zowel door mannen als vrouwen als voorschoot werd gebruikt. [monogr.] II-8 |