e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoven maken garven: gɛrǝvǝ (Gennep), geleggen: gǝlęgǝ (Beringen, ... ), hopen: hø̜i̯pǝ (Klimmen), hoppelen: høpǝlǝ (Wellen), jassen: ja.sǝ (Sint-Martens-Voeren, ... ), kassen: kasǝ (Klimmen), opzetten: ǫp˲zetǝ (Meijel, ... ), rechttrekken: ręxtrękǝ (Niel-Bij-Sint-Truiden), rechtzetten: ręxt˲zętǝ (Klimmen), ręx˲zetǝ (Stokkem), ręx˲zętǝ (Opheers), schobben: šǫpǝ (Mechelen), sneden bijeendoen: snē̜i̯ǝ bei̯ē̜i̯ndōn (Bree), vormen: vørǝmǝ (Neerpelt, ... ), vø̜rmǝn (Lommel, ... ), vǫrmǝ (Blerick, ... ), vɛrmǝ (Borgloon) Het algemene begrip van het vormen van de schoven, van het bijeennemen van de afgepaste hoeveelheid halmen tot en met het binden. Zie ook de toelichting bij het lemma ''schoven binden'' (4.6.2). Het gaat hier om de werkwoorden. De opgaven "heteroniem + maken" zijn hier niet opgenomen, maar de heteroniemen zelf zijn in het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4) opgenomen. [N 15, 15e1; monogr.] I-4