29692 |
schuif |
kap:
kap (Q083p Bilzen, ...
L267p Maasbree,
L265p Meijel,
Q253p Montzen,
Q001p Zonhoven),
kwijn:
kwijn (L421p Dilsen),
schiet:
šēt (L331p Swalmen),
schuif:
schuif (K278p Lommel),
sxyf (L163a Milsbeek, ...
L210p Venray),
sxȳf (L163a Milsbeek),
sxø̜̜̄̄f (P047p Loksbergen),
šȳf (L381p Echt, ...
L381p Echt,
Q111p Klimmen,
L322a Nunhem,
L293p Roggel,
Q020p Sittard,
Q121b Spekholzerheide,
L331p Swalmen,
L374p Thorn),
šø̜jf (Q095p Maastricht, ...
L299p Reuver),
šūf (L290p Panningen, ...
L270p Tegelen,
L270p Tegelen)
|
Het bovenste, losse gedeelte van een schuifleest, dat met een schroef of een spijker aan het overige gedeelte van deze leest kan worden vastgemaakt. [N 60, 187b] || Metalen schuif in de achterbinnenkant van elke kamer van een vlamoven waarmee de aftrekopening tussen de kamer en het gemeenschappelijke rookkanaal gesloten kan worden. [monogr.] || Schuif waarmee de hoeveelheid klei, die uit de voormenger stroomde, geregeld kon worden. [N 98, 91; monogr.]
II-10, II-8
|