33144 |
schuif in de wanmolen |
loper:
lypǝr (L352p Hechtel),
schuif:
sxyf (L282p Achel, ...
L286p Hamont),
sxø̜̄f (P214p Montenaken),
sxø̜i̯f (L353p Eksel, ...
L414p Houthalen,
K278p Lommel,
L314p Overpelt,
Q001p Zonhoven),
sxēf (Q002a Godschei),
sxǫi̯f (K317a Kerkhoven),
šai̯f (Q082p Munsterbilzen),
šif (L417p As, ...
L418p Niel-bij-As),
šø̜̄f (Q071p Diepenbeek),
šā̯f (L416p Opglabbeek),
šē̜f (Q072p Beverst),
šęi̯f (Q003p Genk),
šɛi̯f (Q005p Zutendaal),
schuifje:
sxȳfkǝ (L216p Oirlo)
|
Bij het model wanmolen waar het gezuiverde graan niet in vaten, maar in zakken terechtkomt, bevindt zich vóór de uitloop naar de zak toe een schuif die men telkens neerlaat als een zak vol is. Terwijl er een nieuwe zak aan de uitloop wordt gehangen kan men zodoende doorwannen; de graankorrels hopen zich dan tegen de schuif op. Bij het oude model met de inhoudsvaten is er geen schuif en moet men telkens ophouden met wannen als er een vat vol is. [JG 1a, 1b -gedeeltelijk-; monogr.]
I-4
|