e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuifdrilboor drilboor: drelbuǝr (Bilzen), drelbōr (Geulle, ... ), drelbūǝr (Heel), drelbǭr (Heijen, ... ), drilboor (Dilsen), trelbǫar (Bleijerheide), trelbǭr (Posterholt, ... ), drilboortje: drelb ̇ø̜rkǝ (Echt), drelbōrkǝ (Leopoldsburg), kleine handboor: klęjn hant˱bǫwr (Jeuk), ratelboor: rātǝlbǭr (Ottersum), schuifboor: šȳf˱bǭr (Wijnandsrade), spiraaldrilboor: spirāldrelbōr (Neeritter), triplexboortje: triplɛks˱bōrkǝ (Leopoldsburg), uitdriller: uitdriller (Limbricht) Handboor voor het boren van kleine gaatjes in hout of triplex. De schuifdrilboor wordt in beweging gezet door het op en neer bewegen van een klos met inwendige spiraalrug over een daarin passende boorspil met spiraalgroef. Het werktuig wordt op het werkstuk gedrukt door met de hand of de borst te duwen op de houten knop die zich aan de bovenzijde van het werktuig bevindt. Zie ook afb. 83. [N 53, 170a] || Handboor voor het boren van kleine gaatjes in metaal. De schuifdrilboor wordt in beweging gezet door het op en neer bewegen van een klos met inwendige spiraalrug over een daarin passende boorspil met spiraalgroef. Het boorijzer wordt op deze wijze afwisselend links en rechts rondgedraaid en het is daarom dan ook meestal van vier snijvlakken voorzien. De schuifdrilboor wordt op het werkstuk gedrukt door met de hand of de borst te duwen op de houten knop die zich aan de bovenzijde van het werktuig bevindt. Zie ook afb. 123. [N 33, 141] II-11, II-12