31416 |
schuifdrilboor |
drilboor:
drelbuǝr (Q083p Bilzen),
drelbōr (Q018p Geulle, ...
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
Q121p Kerkrade,
L159a Middelaar,
L216a Oostrum,
L290p Panningen),
drelbūǝr (L328p Heel),
drelbǭr (L165p Heijen, ...
L330p Herten,
Q095p Maastricht,
L217p Meerlo,
L163p Ottersum,
L387p Posterholt,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L213p Well),
drilboor (L421p Dilsen),
trelbǫar (Q121c Bleijerheide),
trelbǭr (L387p Posterholt, ...
L192a Siebengewald),
drilboortje:
drelb ̇ø̜rkǝ (L381p Echt),
drelbōrkǝ (K317p Leopoldsburg),
kleine handboor:
klęjn hant˱bǫwr (P219p Jeuk),
ratelboor:
rātǝlbǭr (L163p Ottersum),
schuifboor:
šȳf˱bǭr (Q108p Wijnandsrade),
spiraaldrilboor:
spirāldrelbōr (L321p Neeritter),
triplexboortje:
triplɛks˱bōrkǝ (K317p Leopoldsburg),
uitdriller:
uitdriller (L434p Limbricht)
|
Handboor voor het boren van kleine gaatjes in hout of triplex. De schuifdrilboor wordt in beweging gezet door het op en neer bewegen van een klos met inwendige spiraalrug over een daarin passende boorspil met spiraalgroef. Het werktuig wordt op het werkstuk gedrukt door met de hand of de borst te duwen op de houten knop die zich aan de bovenzijde van het werktuig bevindt. Zie ook afb. 83. [N 53, 170a] || Handboor voor het boren van kleine gaatjes in metaal. De schuifdrilboor wordt in beweging gezet door het op en neer bewegen van een klos met inwendige spiraalrug over een daarin passende boorspil met spiraalgroef. Het boorijzer wordt op deze wijze afwisselend links en rechts rondgedraaid en het is daarom dan ook meestal van vier snijvlakken voorzien. De schuifdrilboor wordt op het werkstuk gedrukt door met de hand of de borst te duwen op de houten knop die zich aan de bovenzijde van het werktuig bevindt. Zie ook afb. 123. [N 33, 141]
II-11, II-12
|