| 31769 |
schulpzaag |
kortzeeg:
kǫrt˲zē̜x (L328p Heel),
kǫt˲zēx (Q071p Diepenbeek),
plankenzeeg:
plaŋkǝzē̜ǝx (Q039p Hoensbroek),
scherpzeeg:
sxę.rǝp˲ziǝx (Q002p Hasselt),
šerp˲zē̜.x (Q020p Sittard),
šerp˲zē̜x (Q019b Groot Genhout, ...
L424p Meeswijk),
šerǝp˲zē̜x (Q018p Geulle, ...
Q111p Klimmen
[(zo genoemd omdat het zaagblad omhoog kon worden geplaatst voor het scherpen (šerpǝ))]
,
Q204a Mechelen,
Q033p Oirsbeek
[(benaming van de timmerman - bij de boer: spanzaag)]
,
Q015p Stein,
Q097p Ulestraten),
šerǝp˲zē̜ǝx (Q121c Bleijerheide),
šerǝp˲zɛ̄x (Q018p Geulle),
širǝp˲zē̜x (L421p Dilsen, ...
Q111p Klimmen
[(voorzien van een draaiknop en een handvat)]
),
šęrǝp˲zē̜x (Q083p Bilzen, ...
Q100p Houthem),
schorpzeeg:
šorp˲zɛ̄x (Q113p Heerlen),
schrijnerszeeg:
šrīnǝrs˲zē̜x (Q204a Mechelen),
schrijnerzeeg:
šrīnǝrzɛ̄.x (Q117a Waubach),
schulp:
sxølp (K317p Leopoldsburg),
schulper:
sxølpǝr (K317p Leopoldsburg),
schulpzaag:
schulpzaag (L426p Buchten),
sxølp˲zǭx (K317p Leopoldsburg),
sxølǝp˲zāx (L269p Blerick),
sxø̜lǝp˲zāx (L163p Ottersum, ...
L271p Venlo),
šø̜lǝp˲zāx (L270p Tegelen
[(wordt gebruikt door de houtverwerkende ambachten)]
),
schulpzeeg:
sxølǝp˲zē̜x (L289h Boshoven, ...
L289a Hushoven),
šølp˲zē̜x (Q204a Mechelen, ...
L387p Posterholt),
šølǝp˲zēx (Q095p Maastricht
[(zaag waarvan de tanden van het zaagblad niet uiteenstaan: dit in tegenstelling tot de ɛbosduivelɛ)]
),
šølǝp˲zē̜x (L381p Echt, ...
L330p Herten,
L325p Horn
[(het blad van de zaag is draaibaar)]
,
L382p Montfort,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L385p Sint Odilienberg),
šølǝp˲zē̜ǝx (Q119p Eygelshoven),
šø̜lǝp˲zē̜.x (Q020p Sittard),
šø̜lǝp˲zē̜x (L330p Herten),
šø̜lǝp˲zɛ̄x (L318b Tungelroy),
schurfzeeg:
šø ̞rǝf˲zē̜x (Q162p Tongeren),
schurpzaag:
sxørǝp˲zǭx (K353p Tessenderlo),
schurpzeeg:
sxørǝp˲zē̜x (Q001p Zonhoven),
šørǝp˲zē̜x (Q015p Stein),
šø̜rp˲zē̜x (Q083p Bilzen),
šø̜rǝp˲zē̜x (L421p Dilsen),
šø̜rǝp˲zɛ̄x (L318p Stramproy
[(spanzaag met breed blad en fijne schuine tandjes)]
),
spanzaag:
španzāx (L270p Tegelen),
spanzeeg:
španzē̜x (Q033p Oirsbeek, ...
L385p Sint Odilienberg),
španzē̜ǝx (Q121c Bleijerheide),
stelzeeg:
štęlzē̜x (L325p Horn
[(het blad van de zaag is draaibaar)]
)
|
Grote spanzaag, 0.80 tot 1.20 m lang, waarmee hout in de lengterichting van de houtvezels doorgezaagd kan worden. Het doorgaans draaibare blad van de zaag wordt in tegenstelling tot de spanzaag met behulp van een knop en een handvat vastgezet. De schulpzaag wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. Bij de wagenmaker bijvoorbeeld dient ze om velgen, berries en andere zware karonderdelen te zagen. Zie ook het lemma ɛschulpenɛ (pag. ).' [N 53, 7; N 53, 8g-h; N G, 22a; N I, 1; monogr.]
II-12
|