19869 |
schuurmiddel |
aarde:
ēͅrt (L269p Blerick, ...
L164p Gennep,
L164p Gennep),
assen:
asǝ (L379p Laak),
blauwe pan:
blau̯ə pan (L291p Helden/Everlo),
blauwe steen:
blaue stëe (Q113p Heerlen),
blauwe stein (Q095p Maastricht),
bloͅu̯ə steͅi̯n (L269p Blerick),
blauwpan:
blauw pan (Q095p Maastricht),
blauwpan (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q018p Geulle),
blau̯pan (L269a Hout-Blerick, ...
L375p Wessem),
blaw pan (Q099p Meerssen),
bloͅu̯pan (L250p Arcen, ...
L318b Tungelroy),
wordt bijna niet meer gebruikt
bloͅu̯pan (L328p Heel),
blauwsteen:
blauwsjtee (Q119p Eygelshoven),
blauwstein (Q101p Valkenburg),
blau̯stēͅi̯n (L332p Maasniel),
blau̯steͅi̯n (L271p Venlo, ...
L289p Weert),
blau̯šteͅi̯n (L429p Guttecoven),
brik:
brek (Q247a Sint-Pieters-Voeren),
brikkenmeel:
brekəmēͅl (L429p Guttecoven),
brusselse aarde:
brusselse aarde (Q101p Valkenburg),
brøsəls ēͅrt (L330p Herten (bij Roermond)),
brøsəlsə ēͅrt (L164p Gennep, ...
L164p Gennep,
L248p Lottum),
drijszand:
driszantj (L374p Thorn),
fijne zand:
fīnə za͂nt (L215a Wellerlooi),
franse krijt:
veur nikk\\l
franse kriet (Q103p Berg-en-Terblijt),
klei:
klęj (L295p Baarlo, ...
L374p Thorn),
klijen:
kleie (Q021p Geleen),
leem:
lęjm (L295p Baarlo),
lɛ̄jm (Q157p Jesseren),
leisteen:
leͅi̯steͅi̯nə (L375p Wessem),
mergel:
melleger (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
mergel (Q109p Hulsberg, ...
Q099p Meerssen,
Q101p Valkenburg),
meͅrgəl (Q201p Wijlre),
a en b als poetsmiddel niet in gebruik. Wel: mergel met botermelk
mergəl met botərmeͅlk (L327p Beegden),
a-c onbekend; men gebruikte er wel mergel voor
mergel (L320p Hunsel),
niet gebruikt, wel: merregel of melleger: mergel om tafels te schuren
merregel (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
ook voor b en c
meͅrgəl (Q201p Wijlre),
pannenscherf:
panəšɛrf (L270p Tegelen),
pannenschuur:
panəsxy(3)̄r (L210p Venray),
pompsteen:
pompstein (Q099p Meerssen),
pūmsteͅi̯n (L269p Blerick),
pømpsteͅi̯n (L291p Helden/Everlo),
puimsteen:
pymstiən (L214p Wanssum),
rijnzand:
rīnzānt (Q247a Sint-Pieters-Voeren),
rode aarde:
roa eëd (Q113p Heerlen),
roi aerd (Q099p Meerssen),
rōi̯ ēͅrt (L332p Maasniel),
rūə eͅrt (L291p Helden/Everlo),
rood krijt:
roë kriet (Q021p Geleen),
rood zand:
roi zand (Q109p Hulsberg),
roodaarde:
rūətēͅrdə (L271p Venlo),
roodsteen:
roatsteͅi̯n (L377p Maasbracht),
scherpe zand:
šɛrpə zaŋk (L295p Baarlo),
schuuras:
šūr'as (L381b Peij),
schuurklei:
šūrklɛ̄j (Q253p Montzen),
schuurzand:
schoērzând (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
sjoerzand (Q109p Hulsberg),
sjoerzanjt (Q020p Sittard),
sjoorzaand (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
sxōrzānt (L248p Lottum),
sxūrzant (L211p Leunen, ...
L210p Venray),
šōrzaŋk (L290p Panningen),
šūrzantj (L322p Haelen),
witte zand:
wetə zant (Q201p Wijlre),
witte zand (Q100p Houthem),
wittə zant (Q103p Berg-en-Terblijt),
zachte brik:
zaxtǝ brek (Q196a Banholt),
zachte rode brik:
zaxtə rō brek (L430p Einighausen),
zand:
zaand (Q102p Amby, ...
Q096a Borgharen),
zand (Q038p Amstenrade, ...
Q018p Geulle,
Q112a Heerlerheide,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q111q Ransdaal,
Q118p Schaesberg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
zandj (Q021p Geleen, ...
Q034p Merkelbeek,
Q032a Puth),
zanjt (L377p Maasbracht, ...
L374p Thorn),
zanjtj (L332p Maasniel),
zank (Q119p Eygelshoven, ...
Q113p Heerlen,
Q118p Schaesberg),
zant (L250p Arcen, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
Q211p Bocholtz,
L428p Born,
Q202p Eys,
Q202p Eys,
L246b Melderslo,
Q111q Ransdaal,
Q222p Vaals,
Q222p Vaals,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L210p Venray,
Q208p Vijlen,
L386p Vlodrop,
L214p Wanssum,
L289p Weert),
zantj (L327p Beegden, ...
L431p Dieteren,
L381p Echt/Gebroek,
L381p Echt/Gebroek,
L429p Guttecoven,
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
L298p Kessel,
L377p Maasbracht,
L294p Neer,
L433p Nieuwstadt,
Q033p Oirsbeek,
L288a Ospel,
L381b Pey,
L381b Pey,
L381a Putbroek,
L329p Roermond,
L293p Roggel,
L373p Roosteren,
L318p Stramproy,
L318b Tungelroy,
L375p Wessem),
zaŋk (L295p Baarlo, ...
L269p Blerick,
L291p Helden/Everlo,
L269a Hout-Blerick,
Q121p Kerkrade,
L267p Maasbree,
L296p Steyl,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen),
zaŋkt (L291p Helden/Everlo),
zānd (Q095p Maastricht),
zānt (L244c America, ...
Q113p Heerlen,
Q095p Maastricht,
Q196p Mheer),
zāntj (L292p Heythuysen),
zāŋk (L267p Maasbree),
zenjt (Q014p Urmond),
zānt (Q247a Sint-Pieters-Voeren),
zɛntj (L428p Born, ...
L430p Einighausen),
a en b niet gebr. Vroeger bezigde men hiervoor mergel gedrenkt in azijn
zānt (Q193p Gronsveld),
a iets langer uitspreken
zand (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
a lang trekken
zand (Q095p Maastricht),
dit was zilverzand, ook wel mergel gebruikt Een schuurmiddel om koper te schuren van 50 jaar geleden: zilverzand of mergel, gebrande chicoreiwortel-azijn. Dit alles werd tot een papje vermengd
zand (Q101p Valkenburg),
meestal met zand, azijn (aek) en mosterd
zant (L271p Venlo),
moderne poetsmiddelen als vim, ata, enz.
zantj (L378p Stevensweert),
ook met \'vim\' en met koeëperpoets
zantj (L328p Heel),
zand voor melktuiten en hengels van ketels, lepels, etc blauwsteen of roodaarde werd voor koper te poetsen gebruikt
zant (L271p Venlo),
zavel:
zavel (Q015p Stein),
zout:
zǭt (L293p Roggel)
|
Het schuurmiddel waarmee men de ketel nawreef totdat hij blonk. De meeste invullers gaven als schuurmiddel klei en leem op, maar ook andere middelen werden toegepast. Zo vermeldt de zegsman uit L 374 dat hij "drijszand" gebruikte, fijn metselzand, om de ketel te schuren, terwijl de respondent uit Q 247a "rijnzand" en "klompen" als schuurmiddel kende. De invuller uit Q 196a maakte zijn ketel schoon met zand en een "brik", een uit zachte veldbrandsteen vervaardigde baksteen. In L 379 en L 381b gebruikte men de as die bij het stroopstoken overbleef, om de ketel te schuren. [N 57, 39d] || schuurmiddel om metaal glanzend te maken - blauwsteen (uitgewreven azuursteen) [DC 15 (1947)], [DC 15 (1947)] || schuurmiddel om metaal glanzend te maken - roodaarde (voor het gladmaken van gebruineerd koper) [DC 15 (1947)] || schuurmiddel om metaal glanzend te maken - zand [DC 15 (1947)] || witte zand voor het schuren van metalen potten en pannen en het aanzetten van messen op de wetplank
II-2, III-2-1
|