30592 |
siccatief |
beenderlijm:
bęjndǝrlīm (L330p Herten),
droogsel:
dryǝxsǝl (Q203p Gulpen, ...
Q111p Klimmen),
dryɛxsǝl (Q032p Schinnen),
drȳxsǝl (Q113p Heerlen, ...
P219p Jeuk),
drøxsǝl (Q071p Diepenbeek, ...
K353p Tessenderlo),
drø̄xsǝl (L414p Houthalen, ...
L163p Ottersum),
kobolt:
kobǫlt (L267p Maasbree),
linharder:
lenhardǝr (Q111p Klimmen
[(van een merknaam)]
),
lood:
lūǝt (L267p Maasbree),
mangaan:
maŋgān (L267p Maasbree),
opdroogsel:
ǫp˱dryǝxsǝl (Q111p Klimmen),
ǫp˱drø̄ǝxsǝl (L330p Herten),
siccatief:
sekati.f (Q117a Waubach),
sekatif (Q113p Heerlen, ...
L267p Maasbree),
sekǝtif (Q111p Klimmen, ...
L265p Meijel),
siccatief (L328p Heel, ...
L330p Herten),
sikatīf (L426p Buchten),
zikǝtīf (Q032p Schinnen),
zēkatif (Q121p Kerkrade)
|
Middel om verven sneller te doen opdrogen. ø̄Het vaste siccatief is in den regel boorzure mangaan-oxydul, ook wit mangaan genoemd, dat zeer krachtig werkt. Met een vijfvoudige hoeveelheid zinkwit gemengd, wordt het aan een vloeistof toegevoegd en veroorzaakt dan nog een zeer vlugge droging. Een vloeibaar siccatief is lijnolie, gekookt met loodoxyde of, indien de aanwezigheid van lood niet gewenscht is, met bruinsteen. Ook terpentijn, aan de verf toegevoegd, bevordert het drogenø̄ (Zwiers II, pag. 348). [N 67, 15; div.]
II-9
|