e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slechte speler arm schaap: êrm sjoëp (Bilzen), braggelaar: braGəlēͅr (Stein), fonnes: fonnes (Mheer), gadderaar: [sic]; vgl. WBD III, 3.2, pag. 40: gadderaar, Tienen.  gɛddereer (Jeuk), halcoti (wa.): halketie (Wellen), hannes: hannes (Blerick), hoddel: hoddel (Ingber), hoddelaar: hoddeleir (Itteren), hotje: høͅtjə (Meijel), jan-mijn-kloten: jan mien kloeëte (Kinrooi), klommelaar: klommeleir (Eksel), klommeler (Lauw), Wie kansen verspeelt.  klómmelaer (As), klootmajoor: kloetmajor (Genk), klungel: klungel (Maasbree), kluns: kluns (Blerick), krabber: ne krabber (Bilzen, ... ), në krabbër (Tongeren), kruk: krabb`r (Kaulille), krak (Brunssum, ... ), kruik (Montfort), kruk (Blerick, ... ), krøk (Eys, ... ), krøͅk (Amby, ... ), [Oorspr. invoer *huik!]  kru}k (Loksbergen), n - vaan nne voetballer.  krök (Gronsveld), kwakke, een ~: ne kwagge (Bilzen), kweddelaar: kwedelèer (Vorsen), lamzak: lamzak (Meijel), mattelaar: mattelêr (Eigenbilzen), pfuschelaar (<du.): fotsjelèèr (Veldwezelt), pfuscher (du.): NB: In Hoepertingen: jauwnt.  foetsjer (Jeuk), pongelaar: pongeler (Weert), prul: prul (Sevenum, ... ), prøͅl (Merkelbeek), prullenpie: pröllepi-j (Gors-Opleeuw), prullenvent: prullevent (Achel), prutser: prutser (Weert), prøtsər (Nieuwenhagen), schleifholz (du.): sjleefhoots (Kerkrade), slappe, een ~: ne slappe (Bilzen), slappe (Stal), slechte speler: slechte speler (Hoepertingen, ... ), slēͅtə spīlər (Eys), NB: In Jeuk: jauwnt.  slechte speler (Jeuk), slimme koe: en sjlim koo (Geleen), stommerik: stommerik (Ittervoort), sukkelaar: ne sukkelaar (Lommel), siGeleer (As), sugg`laer (Bocholt), sukkelaar (Eigenbilzen), sügelèr (Alken), vazele speler: vaazele sjpeler (Neer), voddenpie: voddepiej (As), voddenvent: vodd`ve:nt (Kaulille), vodd`vent (Bocholt), voddevent (Eigenbilzen, ... ), [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  voddevent (Heers), vot: vot (Gronsveld), zaadraap: zaodreub (Gronsveld) 3. Iemand die een of ander spel niet voldoende beheerst. || een slechte speler [kruk] [N 112 (2006)], [N 88 (1982)] || Een slechte speler [kruk]. [N 88 (1982)] III-3-2