26352 |
sluisstijlen |
houten stijlen:
hǭtǝ stęjl (P177a Ordingen),
hǭǝtǝ stęjlǝ (P187p Berlingen),
ijzeren gestel:
ęǝzǝrǝ gǝstęl (Q164p Heks),
opstaanders:
ǫpstø̜nǝrs (P058p Stevoort),
pilaren:
pilę̄.rǝ (Q162p Tongeren),
poutrellen:
pǝtrɛlǝ (P120p Alken),
sluisbalken:
(enk)
slaws˱balǝk (Q077a Alt-Hoeselt),
slø̜js˱balǝk (P050p Herk-de-Stad),
sluisstijlen:
slǫwsstęjlǝ (P057p Kuringen),
staakstijlen:
(enk)
stǭ.kstī.l (Q240p Lauw),
staanders:
stø̜nǝrs (Q071p Diepenbeek),
stekers:
stē.kǝrs (Q162p Tongeren),
stijlen:
stęjl (Q071p Diepenbeek),
stęjlǝ (P184p Groot-Gelmen, ...
P188p Hoepertingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q078p Wellen),
stɛ̄lǝn (P053p Berbroek),
(enk)
stil (L360p Bree),
voorslag:
vø̄ǝrslǭx (Q074p Kortessem),
zijhouten:
zęjhǭtǝ (Q160a Haren)
|
De verticale houten balken waarmee sluisbalk en slagdorpel met elkaar verbonden zijn. Tussen de sluisstijlen worden de sluisdeuren opgetrokken. In P 55 en P 56 bestonden de sluisstijlen uit arduinen stenen. [Vds 36; Jan 32 add.; Coe 22; Grof 55]
II-3
|