26856 |
sluitpin |
scheerpin:
sxērpen (L163p Ottersum),
slietpin:
šlespen (Q121c Bleijerheide),
sluitpin:
sløtjpēn (L265p Meijel),
slūtpen (L288a Ospel),
splitnagel:
splētnāgǝl (Q015p Stein),
splitpen:
špletpɛn (L385p Sint Odilienberg)
|
De bout die door het in de kozijnstijl geboorde gat wordt gestoken. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Grendelboom'. [N 55, 72b] || De sluitpin in het midden van het achterste schot. Door deze pin omboog te trekken kan men het slijk ergens op de heide laten neerschieten. [I, 95f]
II-4, II-9
|