19018 |
smachten |
schabbernakken:
mar.: niet in deze betekenis te vinden
sjabbernak’ke (L270p Tegelen),
smachten:
sjmachte (Q020p Sittard),
smachte (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L295p Baarlo,
L300p Beesel,
L269p Blerick,
Q096a Borgharen,
L434a Broeksittard,
L381p Echt/Gebroek,
L381p Echt/Gebroek,
Q202p Eys,
L249p Grubbenvorst,
L328p Heel,
L320p Hunsel,
Q016p Lutterade,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L209p Merselo,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q187p Sint-Pieter,
Q197a Terlinden,
L271p Venlo,
L213p Well,
L215a Wellerlooi),
smachte(n) (L427p Obbicht),
smachten (L380p Genooi/Ohé, ...
L379p Laak,
L364p Meeuwen,
L382p Montfort,
L371p Ophoven,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q020p Sittard,
Q015p Stein),
smachtə (L364p Meeuwen),
smāchte (L248p Lottum, ...
L217p Meerlo,
L268p Velden),
smāchten (L165p Heijen),
smàchte (L417p As),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
smachte (L378p Stevensweert),
snakken:
sjnakke (Q193p Gronsveld),
talen (naar)?:
tiele (nao) (L270p Tegelen),
zich op get spitsen:
(in de weet dat men het zal krijgen).
ze.x ˂o.p˃ geͅ.t špe.tsə (Q202p Eys)
|
hunkeren, sterk verlangen naar iets || reikhalzend en kwijnend verlangen, ontzettend sterk verlangen [smachten, snakken] [N 85 (1981)] || smachten [SGV (1914)] || verlangen naar
III-1-4
|