31251 |
smidshaak |
bok:
bǫk (Q083p Bilzen, ...
Q111p Klimmen
[(vast en verplaatsbaar)]
,
Q095p Maastricht,
L432p Susteren),
bokje:
bø̜kskǝ (Q095p Maastricht
[(verplaatsbaar)]
),
console:
kǫnzǭl (L299p Reuver),
drie-/drijpoot:
dripoa.t (L432p Susteren),
drējpuǝt (Q113p Heerlen
[(verplaatsbaar)]
),
ezel:
ęjzǝl (P176b Bevingen),
hulprek:
hølǝpręk (L289p Weert),
losse staander:
lǫsǝ stø̜ndǝr (L321p Neeritter),
paardje:
pjęjkǝ (Q071p Diepenbeek),
schraag:
sxrāf (P047p Loksbergen),
šrāx (Q116p Simpelveld),
šrōx (Q086p Eigenbilzen),
smis(se)haak:
smeshǭk (P219p Jeuk),
staander:
stø̜̄ndǝr (L382p Montfort),
steunijzer:
stø̜nīzǝr (L217p Meerlo),
steunrol:
štø̜nrǫl (Q108p Wijnandsrade)
|
Werktuig in de vorm van een vaste of draaibare haak aan de muur of een al dan niet verplaatsbare schraag, waarmee de smid lange stukken ijzer ondersteunt die in het vuur liggen. Zie ook afb. 13. In L 290 en L 291 werd gebruik gemaakt van een losse standaard met rol. Ook de opgave steunrol uit Q 108 lijkt te wijzen op een statief waarop een rol is aangebracht. De driepoot uit Q 113 was een los toestel, rustend op drie poten, waarvan het steunend gedeelte met behulp van schroefdraad op de gewenste hoogte kon worden gedraaid. [N 33, 37]
II-11
|