33232 |
snijbiet |
eeuwig moes:
ii̯wex mus (L210p Venray),
īǝwex mus (L214p Wanssum),
kroot:
krot (L289p Weert),
krǫi̯t (Q015p Stein),
saladekroot:
šlātkrōt (Q036p Nuth),
slakroot:
slāi̯krot (L322p Haelen),
snijbiet:
snii̯bīt (L214p Wanssum, ...
L289p Weert),
snijbiet (Q102p Amby, ...
L426p Buchten,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
Q109p Hulsberg,
L377p Maasbracht,
Q099p Meerssen,
L381b Peij,
L293p Roggel,
Q032p Schinnen,
Q014p Urmond),
snēi̯bīt (L244c America, ...
L214a Geysteren,
L216a Oostrum),
snībet (L291p Helden),
šnībīt (L329p Roermond, ...
L296p Steyl),
snijkaroot:
šnii̯kǝrōǝt (Q196p Mheer),
snijkroot:
snikroat (Q018p Geulle),
snęi̯krōt (Q102p Amby),
snīkrot (L322p Haelen, ...
Q099p Meerssen),
snīkrǭt (Q018p Geulle, ...
L381a Putbroek),
šnikroat (Q036p Nuth),
šnikrūǝt (Q202p Eys),
šnīkrot (L430p Einighausen, ...
Q203p Gulpen,
L330p Herten,
L433p Nieuwstadt,
Q036p Nuth,
Q032p Schinnen),
šnīkroǝt (Q021p Geleen),
šnīkrǭt (Q036p Nuth, ...
Q032a Puth),
snijkrootje:
snii̯krø̜tjǝ (L328p Heel),
snijmoes:
snii̯mōs (Q038p Amstenrade, ...
L268p Velden,
Q113a Welten),
snijreube:
(mv)
snii̯rø̄bǝ (L269p Blerick),
snijsla:
šnīšlāt (Q033p Oirsbeek)
|
Beta vulgaris L. var. cicla L. De snijbiet is een variëteit van de voederbiet speciaal gekweekt voor het blad dat als spinazie kan worden gebruikt. Evenals rode biet hoort de snijbiet eerder bij de moestuin- dan bij de akkergewassen. Het lemma staat toch hier vanwege de "lexicale nabijheid" met andere bieten en knollen. [A 13, 2d; monogr.]
I-5
|