22757 |
spanne |
spaa:
I, II, III(-).
spàa (Q162p Tongeren),
Sub span: men zegt: spaa (Tongeren), spaar (Hoeselt en Spouwen), spaas (Vlijtingen) en aspougne.
spaa (Q162p Tongeren),
spaas:
Sub span: men zegt: spaa (Tongeren), spaar (Hoeselt en Spouwen), spaas (Vlijtingen) en aspougne.
spaas (Q171p Vlijtingen),
spanne:
en span (K353p Tessenderlo),
sjpan (Q020p Sittard),
sjpān (Q253p Montzen),
spa.n (L424p Meeswijk),
spa[o}n (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
span (L417p As, ...
Q160p Bommershoven,
Q007p Eisden,
L353p Eksel,
P186p Gelinden,
L286p Hamont,
L286p Hamont,
P188p Hoepertingen,
L414p Houthalen,
P055p Kermt,
Q088p Lanaken,
L422p Lanklaar,
P183p Mielen-boven-Aalst,
L319p Molenbeersel,
K315p Oostham,
L416p Opglabbeek,
L355p Peer,
L420p Rotem,
L313p Sint-Huibrechts-Lille,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
P174p Velm,
Q080p Vliermaal,
Q278p Welkenraedt,
Q078p Wellen,
L354p Wijchmaal,
Q001p Zonhoven,
Q001p Zonhoven,
Q001p Zonhoven),
spang (Q003p Genk),
spanne (K360p Heusden, ...
Q253p Montzen),
spān (Q010p Opgrimbie, ...
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
spoan (L360p Bree),
špannĕ (Q200p s-Gravenvoeren),
(= span: afstand tussen duim en pink v.e. uitgespreide hand).
schpan (Q105p Heer),
Als bij t knikkeren de knikkers korter dan een span van elkaar liggen, wordt dat als raak beschouwd: "knup en span!". Span dao: kijk daar!
span (L289p Weert),
Be spàn, zònder spàn: knikkerterm.
spàn (P176p Sint-Truiden),
Het is nog geen span lang. (Knikkersp.) Een span bijkomen (dichter bij de pot komen).
span (K278p Lommel),
In gebruik als maateenheid bij het knikkerspel om op te meten, wie het dichtst bij de pot ligt.
span (L210p Venray),
Kil. spanne, intervallum inter pollicem et minimum digitum.
span (Q002p Hasselt),
Knikkerspel: als uitroep: spaan! of spaan euver! indien twee knikkers op een spanbreed van elkaar liggen.
spaan (Q095p Maastricht),
Knikkertermen als: dóbbel span, bie-span (ik verbied je te spannen), tik-én-span (bracht dubbele winst).
span (K361p Zolder),
n Span is de afstand tussen de duim en de middelvinger van een opengespreide hand (ook volgens André Stevens en Paul Achten), maar anderen beweren dat n span de spanwijdte is tussen de duim en de pink (Van Dale, Xavier Staelens, Jules Frere).
span (Q074p Kortessem),
NB spanne, meten met de "span"(z. ald.).
span (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Resterende afstand tot de knikker, met één uitgespreide hand overspannen. Als je wilde helpen met de tweede hand, moest je roepen: "Twie haans miech urre sjao"- Als je de knikkers dan verder verwijderde was dit ten nadele van de tegenspeler.
span (Q071p Diepenbeek),
spar:
schpar (Q101p Valkenburg),
sjper (Q193p Gronsveld),
spaar (Q178p Val-Meer, ...
Q164a Widooie),
sparre (Q102p Amby),
spār (Q083p Bilzen, ...
Q167p Koninksem,
Q089p Martenslinde,
Q093p Rosmeer),
[Met afbeelding].
spaar (Q077p Hoeselt),
Dat blad is maar een span lang.
spḁr (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
Dei dèèr ès veef spoare brèèd, dat ès iets te brèèd vjèr in dat koet.
spoar (Q086p Eigenbilzen),
pag. 16-17: Dit werd vroeger gespeeld, onderweg naar school (te voet) op het fietspaadje langs de weg. Wie begint werpt zijn knikker vooruit. De tweede speler werpt om dicht genoeg bij te komen liggen zodat hij t kan meten met n handspan [n spoeër]. Als de afstand kan gemeten worden, win je 1 knikker. Geraakt zonder te kunnen meten, is ook een knikker. Geraakt en kunnen meten is 2 knikkers. Niet geraakt en niet kunnen meten: Mis, haha. Als een speler van de andere wint begint het spel opnieuw.
spoeër (Q071p Diepenbeek),
Sub span: men zegt: spaa (Tongeren), spaar (Hoeselt en Spouwen), spaas (Vlijtingen) en aspougne.
spaar (Q170p Grote-Spouwen, ...
Q077p Hoeselt,
Q092p Kleine-Spouwen)
|
1. Bij het knikkerspel: de spanwijdte tussen de uiteengespreide vingers en dat van pink tot duim. || 2. Span (breedte, gemeten met duim en wijsvinger). || [I]. 1. Afstand tussen de top van de pink en de top van de duim. || [Knikkerspel:] n Handspan. || Afstand tussen de toppen van duim en pink als men deze zo ver mogelijk van elkaar verwijdert. || Afstand tussen duim en middelvinger, dit is geen vaste afmeting. || Afstand tussen duim en middenvinger. || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Een spanne (wat men met de hand overspannen kan, b.v. bij het knikkerspel). [ZND 07 (1924)] || Handspan bij knikkeren. || I. Span: afstand (2 dm) tussen pink en duim. || I. Span: Afstand tussen de toppen van duim en pink, als men die zo ver mogelijk van elkaar verwijdert. || Span (knikkerterm). || Span (met duim en pinktop te bespannen lengte ong. 20 cm). || Span, lengtemaat tusschen uitgestrekten duim en wijsvinger. || Span, ruimte tussen uitgestoken toppen van duim en pink. || Span. || Span1: Afstand tussen de toppen van de duim en pink, als men die zo ver mogelijk van elkaar verwijdert. || Span: [Span]. || Span: Afstand tussen pink en duim, gestrekt. || Span: Spanwijdte tussen de toppen van duim en pink (term uit het knikkerspel). || Span: spanwijdte. || Spanne (afstand tussen gestrekte duim en middenvinger) b.v. bij knikkerspel (3/4 voet). || Spanne: afstand tussen top van de pink en top van de duim, zover mogelijk uit elkaar gespreid: maat bij knikkeren. || Spanwijdte tussen duim en middenvinger. || Spanwijdte.
III-3-2
|