28487 |
speeldop |
faux cel:
fǭ sɛl (Q253p Montzen),
lege moederdop:
lēgǝ mujǝrdop (Q003p Genk),
losse dop:
losse dop (L416p Opglabbeek),
loze dop:
loze dop (K317a Kerkhoven),
speeldop:
speeldop (Q019p Beek, ...
Q071p Diepenbeek,
K317a Kerkhoven,
K278p Lommel,
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer,
Q015p Stein),
spildop (L421p Dilsen),
spø̄ldop (L371a Geistingen, ...
L374p Thorn,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
spēldop (Q018p Geulle),
špiǝldop (Q113p Heerlen),
špø̄ldop (L270p Tegelen),
špēldop (L329p Roermond),
(mv)
spȳldø̜p (L289p Weert),
spøldø̜p (L265p Meijel),
spø̄ldø̜p (L289p Weert, ...
L244d Ysselsteyn),
spēldø̜p (L428p Born, ...
L372p Maaseik,
L381b Peij),
spęjldøp (P177p Zepperen),
špēldøp (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
špēldø̜p (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L384p Herkenbosch,
L330p Herten),
špɛldø̜p (L333p Asenray / Maalbroek),
speeldopje:
spiǝldɛpkǝ (Q003p Genk),
spēldø̜pkǝ (L414p Houthalen)
|
De aanzet van een koninginnedop of -cel waar echter geen eitje in komt. Wat de functie van de speeldop is, is niet duidelijk. De speeldop is als het ware de grondvorm van de eigenlijke moercel zonder ooit daartoe te worden uitgebouwd. Ze wordt hier en daar aan de buitenzijde der raten aangezet in de vorm van een eikelnapje. [N 63, 26a; N 63, 25b]
II-6
|