30155 |
speklaag |
band:
ba.nt (L289p Weert),
bānt (L364p Meeuwen),
druklaag:
drø̜klǭx (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
lijst:
li.st (L289p Weert),
natuursteenlaag:
natȳrstęjnlǭx (Q095p Maastricht),
sierlaag:
sērlǭx (Q099q Rothem, ...
L289p Weert),
sīrlǭx (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
sierstuk:
sērštøk (Q028p Jabeek),
speklaag:
spɛklǭx (Q095p Maastricht, ...
L265p Meijel,
Q013p Uikhoven,
L210p Venray),
špɛklǫax (Q121p Kerkrade),
špɛklǭx (Q202p Eys, ...
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q197p Noorbeek,
L290p Panningen,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg
[(muurwerk met afwisselende lagen van mergel en rode baksteen)]
),
stroomlaag:
štrǫwmlǭx (L270p Tegelen),
versiering:
vǝrsijǝreŋ (K278p Lommel)
|
Band van natuursteen die in baksteenmetselwerk is aangebracht. Zie ook afb. 44 en het lemma 'Sierlaag'. In Q 111 noemde men een huis met speklagen een 'spekhuis' ('šp'khūs'). [N 31, 31c; monogr.]
II-9
|