27817 |
spiraalboor |
platboor:
plat˱bōǝr (Q121b Spekholzerheide),
rillenboor:
rilǝbōr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Eisden]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
slangen:
šlaŋǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
slangenboor:
slangenboor (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
šlaŋǝboar (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
šlaŋǝboǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
šlaŋǝbōr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Emma]),
šlaŋǝbǭr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
šlaŋǝbǭǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
snijboor:
snęjbǭr (Q095p Maastricht),
spiraal:
spiraal (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Eisden]),
spiraalboor:
spiraalboor (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
, ... [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
spirālboar (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
spirālbȳr (Q005p Zutendaal),
spirālbōr (L159a Middelaar, ...
L321p Neeritter,
L216a Oostrum),
spirǭlbō̜r (L165p Heijen),
spīrālbǭr (Q086p Eigenbilzen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
špirālboar (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
špirālbōr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Laura, Julia]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q099q Rothem),
špirālbōǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Zwartberg, Waterschei]),
špirālbō̜r (Q111p Klimmen, ...
L299p Reuver,
Q116p Simpelveld),
špirālbǭr (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, ... [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
špir˙ālbǫ.ar (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
spiraalijzer:
spirālejzǝr (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Wilhelmina]),
vlakboor:
vlak˱bǭr (Q111p Klimmen)
|
Het boorijzer van een draaiende boormachine, volgens een invuller uit Q 121 alleen gebruikt om in kolen te boren. Aan de zijde ervan zijn spiraalvormige windingen aangebracht die het gruis dat bij het boren ontstaat, uit het boorgat schuiven. Zie ook het lemma Boormachine. [N 95, 804; monogr.] || Stalen boorijzer waarbij tot op ongeveer tweederde van de schachtlengte twee spiraalgangen langs de schacht lopen. Het achterste deel van de schacht van een spiraalboor fungeert als kolf voor het inspannen in de kop van de boormachine. Een spiraalboor voert boorspanen automatisch af uit het boorgat. Zie ook afb. 117. [N 33, 150]
II-11, II-5
|