33266 |
spurrieschoof |
bos:
bus (L295p Baarlo, ...
L299p Reuver),
bǫs (L289a Hushoven),
bussel:
bøsǝl (Q113p Heerlen, ...
Q204a Mechelen,
Q117a Waubach),
bø̜i̯sǝl (Q156p Borgloon),
bø̜sǝl (L331p Swalmen),
busseltje:
bøsǝlkǝ (L413p Helchteren),
garve:
gɛrf (L429a Berg, ...
L269p Blerick,
L163a Milsbeek,
Q197p Noorbeek,
L163p Ottersum,
Q117a Waubach),
geleg:
gǝlęx (L282p Achel, ...
K358p Beringen,
L286p Hamont,
L314p Overpelt),
hokje:
hǭkskǝ (L355a Linde),
hoopje:
hø̜i̯pkǝ (L318b Tungelroy),
hø̜pkǝ (L414p Houthalen, ...
L314p Overpelt),
hoppertje:
hǫpǝrkǝ (L366p Gruitrode),
huikje:
hui̯kskǝ (L314p Overpelt),
kegel:
kēgǝl (L321a Ittervoort),
kęi̯gǝl (L386p Vlodrop),
oppertje:
ǫpǝrkǝ (L369p Kinrooi),
rol:
rol (L326p Grathem),
schob:
šop (L295p Baarlo, ...
L320a Ell,
L371a Geistingen,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q112z Ten Esschen,
L374p Thorn),
schoof:
schoof (Q101p Valkenburg),
skǫu̯f (P188p Hoepertingen),
sxuǝf (P176a Melveren),
šōf (Q077p Hoeselt, ...
L373p Roosteren,
Q096d Smeermaas),
šǫu̯f (Q009p Maasmechelen),
wap:
wap (L382p Montfort)
|
Pas gemaaide en gebonden spurrieschoof. In L 164, 266, 270, 289*, 289b, 290, 291, 320, 325 en 387 wordt opgemerkt dat spurrie niet werd gebonden, maar op staken gezet. De zegsman uit L 320 is uitvoerig: "De spurrie werd vroeger gedroogd aan stokken met de lengte van bonestaken, echter dikker. Onder om deze ¯spörriestaek¯ werd eerst een strowis strak vastgebonden, tegen het afzakken van de spurrie. De te drogen spurrie werd vervolgens in lange losse rollen gewikkeld en om de staken gedraaid. In latere tijd -na de tijd dat de spurrie op spörriestaek werd gedroogd- had men een andere methode: gewone bonenstaken werden schuin en dicht naast elkaar tegen een muur of meestal tegen een tuinheg (betere droging) gezet. Hier werd de spurrie los opgestapeld. Deze noemde men ɛhalleɛ. [N 15, 18f]
I-5
|