26423 |
staakijzer van de watermolen |
as:
a.s (P120p Alken, ...
Q159p Broekom,
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q180p Mal,
Q181p Sluizen),
as (P055p Kermt, ...
P058p Stevoort),
ā.s (Q240p Lauw, ...
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
ās (Q072p Beverst, ...
Q077p Hoeselt,
Q074p Kortessem,
Q079a Wintershoven),
as van de steen:
a.s ˲van dǝ stɛjn (Q160p Bommershoven, ...
P184p Groot-Gelmen,
Q077p Hoeselt),
as ˲van dǝ stiǝn (P176p Sint-Truiden),
as ˲van dǝ stę̄jn (Q241p Rutten),
ās ˲van dǝ stɛjn (P187p Berlingen),
boom:
bō.m (Q162p Tongeren),
boompje:
bø̜mkǝ (Q240p Lauw),
dik ijzer:
dik ęjzǝr (Q077p Hoeselt),
dikke as:
dikǝ as (Q077p Hoeselt),
grote as:
gru.tǝ a.s (Q095p Maastricht),
klauwijzer:
klauwijzer (Q113p Heerlen
[(van ijzer)]
),
koning:
kȳǝ.neŋ (L417p As),
koningsspil:
koningsspil (L386p Vlodrop
[(van ijzer)]
),
lang ijzer:
laŋk ęǝzǝr (Q075p Vliermaalroot),
lāŋk ęǝzǝr (Q074p Kortessem),
molenas:
mēǝlǝ-as (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q083p Bilzen,
Q077p Hoeselt),
molenijzer:
męǝlǝ-ęjzǝr (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q083p Bilzen),
opgaande boom:
ǫpgwoǝndǝ bōm (Q241p Rutten
[(van ijzer)]
),
spil:
spęl (Q071p Diepenbeek, ...
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken),
špel (Q099p Meerssen, ...
L432p Susteren),
špęl (Q095p Maastricht),
staakijzer:
staakijzer (L214a Geysteren
[(van ijzer)]
, ...
L328p Heel
[(id)]
,
Q113p Heerlen
[(id)]
,
P057p Kuringen
[(id)]
,
P051p Lummen
[(id)]
),
stākizǝr (L417p As, ...
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
stākędǝr (P051p Lummen),
stākęǝzǝr (P053p Berbroek, ...
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
P056p Stokrooie),
stǫkájzǝr (Q240p Lauw),
stǫkęǝzǝr (P195p Gutschoven),
stǭkęjzǝr (Q083p Bilzen),
stǭkęǝzǝr (P187p Berlingen, ...
Q083p Bilzen,
Q071p Diepenbeek,
P195p Gutschoven,
P050p Herk-de-Stad,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
Q074p Kortessem,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P058p Stevoort,
Q078p Wellen),
stǭkę̄zǝr (P177a Ordingen),
staander:
stø̜ndǝr (Q160a Haren),
steenijzer:
stęj.nizǝr (L372a Aldeneik),
steenspil:
steenspil (P057p Kuringen, ...
L386p Vlodrop),
štēšpel (Q113p Heerlen
[(van ijzer)]
)
|
Bij watermolens een loodrecht staande, zware spil die aan de bovenzijde met een nok in het gat van de rijn van de loper past en aan de onderzijde in een op een beweegbare balk staande ijzeren pot draait. Op het staakijzer is een rondsel gemonteerd. Het geheel bevindt zich bij watermolens meestal onder de molenstenen. Achter het plaatscodenummer is tussen haakjes vermeld van welk materiaal het staakijzer in de betreffende plaats is vervaardigd. Zie ook het lemma ɛstaakijzer van de windmolenɛ.' [Vds 82; Jan 104; Coe 90; Grof 103; A 42A, 14; A 42A, 22; N D, 14]
II-3
|