31993 |
staande maat |
hoogtemaat:
hȳǝx˱djǝmǭt (L328p Heel),
staande maat:
standǝ mǭt (K353p Tessenderlo),
stāndǝ mǭt (K317p Leopoldsburg),
stǭndǝ mǭt (L271p Venlo),
štǫandǝ mǫas (Q121c Bleijerheide),
vaste maat:
vastǝ mǭt (K353p Tessenderlo)
|
De uitdrukking staande maat heeft twee betekenissen. Allereerst kan het de benaming zijn voor een lat, stok of plank die men gebruikt om een bepaalde maat op te nemen en die men vervolgens blijft gebruiken voor het aftekenen van alle werkstukken die dezelfde afmetingen moeten hebben. Daarnaast wordt de uitdrukking ook gebruikt, wanneer men een voorwerp wil opmeten zonder dat men een meetlat of duimstok heeft of wanneer men een binnenwerkse maat moet opnemen die met een duimstok moeilijk is op te meten. De timmerman neemt dan twee latten, plaatst ze tegen of in het op te meten voorwerp en tekent erop af hoever ze over elkaar komen. De opgave van de respondent uit Leopoldsburg (K 317) heeft betrekking op beide betekenissen, die van de zegsman uit Tessenderlo (K 353) alleen op de eerste. [N 53, 201]
II-12
|