26065 |
staartluiken |
staartschilden:
stɛrtšeldǝ (L292a Maxet),
staartschildjes:
stɛrtsxeltjǝs (L289p Weert),
waterdeuren:
wātǝrdȳǝrǝ (L289p Weert),
weerdeuren:
weerdeuren (L164p Gennep, ...
L211p Leunen),
wērdørǝ (L265p Meijel),
wę̄rdø̄rǝ (L374p Thorn)
|
De luiken aan de kant van de molenkap die tegenovergesteld is aan de wieken. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛwindluiken, waterdeurenɛ. In l 318, l 321 en l 330 kent men deze luiken niet; volgens de invullers uit de twee eerstgenoemde plaatsen zijn er geen staartluiken in de kap van een standaardmolen.' [N O, 31b]
II-3
|