31913 |
steekguts |
binnenguts:
benǝgøts (K317p Leopoldsburg),
holguts:
hǫlgøts (L163p Ottersum),
holle guts:
hǭl gø̜ts (L330p Herten),
hǭlǝ gøts (L271p Venlo),
hǭlǝ gø̜ts (L330p Herten, ...
L270p Tegelen),
ronde guts:
ronj gøts (L369p Kinrooi),
steekgots:
štē̜k˲gutš (Q111p Klimmen, ...
Q204a Mechelen),
štɛ̄xjutš (Q121c Bleijerheide),
steekguts:
stēk˲gø̜ts (L421p Dilsen),
stē̜k˲gøts (L382p Montfort, ...
L163p Ottersum),
štēǝk˲gøtš (Q119p Eygelshoven),
štē̜.k˲gyts (L270p Tegelen),
štē̜k˲gøts (L299p Reuver),
štē̜k˲gø̜ts (L387p Posterholt, ...
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen)
|
Gutsbeitel waarvan de snede zich aan de holle zijde van het blad bevindt. De wagenmaker gebruikt de steekguts onder meer voor het bijwerken van de gaten in de naaf waarin later de spaken worden bevestigd. Zie ook afb. 69. [N 53, 39a-c; N G, 26a]
II-12
|