29963 |
steiger |
buizenstelling:
bø̄zǝnstęleŋ (Q013p Uikhoven),
bø̜̄zǝstɛleŋ (P176p Sint-Truiden),
bǫwzǝstɛleŋ (Q003p Genk),
ezel:
ęjzǝl (P176p Sint-Truiden),
gerust:
gǝrø̜s (Q113p Heerlen, ...
Q020p Sittard),
jǝrø̜s (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
gesteiger:
gǝštēgǝr (Q202p Eys, ...
Q208p Vijlen),
gesteigers:
gǝštęjgǝrs (Q284p Eupen),
gevelstelling:
gēvǝlstɛliŋ (P176p Sint-Truiden),
ijzeren steiger:
ī.zǝrǝ štī.gǝr (Q117a Waubach),
ijzeren stelling:
īzǝrǝ štɛleŋ (Q020p Sittard),
stalen steiger:
stǭlǝ stęjgǝr (L163p Ottersum),
štǫalǝ štījǝr (Q121c Bleijerheide),
štǭlǝ štęjgǝr (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
stalen stelling:
stǭlǝ stęleŋ (L321p Neeritter),
steiger:
stējgǝr (L217p Meerlo),
stē̜gǝr (Q187p Sint Pieter, ...
L210p Venray
[(+)]
),
stęgǝr (L244b Griendtsveen, ...
L216p Oirlo),
stęjgǝr (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L295p Baarlo,
L269p Blerick,
L215p Blitterswijck,
L381p Echt,
L320a Ell,
L164p Gennep,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L249p Grubbenvorst,
L328p Heel,
L165p Heijen,
L292p Heythuysen,
L246p Horst,
L320p Hunsel,
L289b Leuken,
L211p Leunen
[(+)]
,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
L265p Meijel
[(+)]
,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L382p Montfort
[(+)]
,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L378p Stevensweert,
L246a Swolgen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L289p Weert,
L213p Well,
L215a Wellerlooi),
stɛ̄gǝr (L211p Leunen, ...
L316a Lozen),
štēgǝr (Q207p Epen, ...
Q203p Gulpen,
Q113p Heerlen
[(+)]
,
Q118p Schaesberg),
štęjgǝr (Q102p Amby, ...
L333p Asenray / Maalbroek,
L327p Beegden,
Q019p Beek
[(niet vaak gebruikt)]
,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L434a Broeksittard,
L323p Buggenum,
L430p Einighausen,
L291p Helden
[(+)]
,
L330p Herten,
L325p Horn,
L298p Kessel,
Q196p Mheer,
Q095a Oud-Caberg,
L290p Panningen
[(+)]
,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
Q098p Schimmert,
L385p Sint Odilienberg,
L296p Steyl,
L432p Susteren
[(+)]
,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen
[(+)]
),
štī.gǝr (Q117a Waubach),
štīgǝr (Q019p Beek
[(niet vaak gebruikt)]
, ...
Q207p Epen
[(+)]
,
Q202p Eys
[(+)]
,
Q113p Heerlen
[(+)]
,
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
Q204a Mechelen,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q032a Puth,
Q032p Schinnen,
Q116p Simpelveld,
Q197a Terlinden,
Q117a Waubach
[(+)]
),
štījǝr (Q121c Bleijerheide
[(+)]
, ...
Q121a Chevremont
[(+)]
,
Q121d Haanrade
[(+)]
,
Q121p Kerkrade
[(+)]
,
Q121b Spekholzerheide
[(+)]
,
Q222p Vaals),
štɛjgǝr (L290p Panningen),
steigerwerk:
štēgǝrwęrǝk (Q113p Heerlen),
stellage:
stellage (L377p Maasbracht),
stęlāš (Q095p Maastricht),
stelling:
ste ̞leŋ (L320a Ell),
ste.leŋ (L312p Neerpelt),
stelęŋ (Q162p Tongeren),
støleŋ (Q083p Bilzen, ...
L360p Bree),
stę ̞leŋ (L321p Neeritter),
stęleŋ (Q096a Borgharen, ...
L353p Eksel,
Q018p Geulle,
Q002p Hasselt,
P197p Heers,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
L314p Overpelt,
K353p Tessenderlo,
Q013p Uikhoven,
L289p Weert),
stęliŋ (K318p Berverlo, ...
Q074p Kortessem,
L422p Lanklaar,
L316a Lozen,
Q012p Rekem,
P176p Sint-Truiden,
P196p Veulen),
stęlęŋ (L360p Bree, ...
L414p Houthalen),
stęlǝŋ (K358p Beringen, ...
K357p Paal),
stɛleŋ (K318p Berverlo, ...
Q003p Genk,
L320c Haler,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
L379p Laak,
L364p Meeuwen,
L380p Ohé,
Q014p Urmond,
Q001p Zonhoven),
stɛ̄leŋ (K278p Lommel),
štęleŋ (Q019p Beek, ...
Q103p Berg / Terblijt,
Q035p Brunssum,
L426p Buchten,
Q027p Doenrade,
Q110p Heek,
Q105p Heer,
Q039p Hoensbroek,
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q104a Limmel,
Q016p Lutterade,
Q099p Meerssen,
Q197p Noorbeek,
Q194p Rijckholt,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg),
štɛleŋ (Q198p Eijsden, ...
Q021p Geleen,
L429p Guttecoven,
L330p Herten,
Q117b Rimburg,
Q099q Rothem,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg)
|
De langs het bouwwerk opgetrokken stellage, bestaande uit houten of metalen palen en planken, waarop de metselaar staat tijdens zijn werkzaamheden. Een enkele houten steiger wordt opgebouwd uit verticaal geplaatste palen, de 'staanders', die enigszins hellend naar de muur in of op de grond geplaatst worden. Hieraan worden horizontaal met behulp van steigertouwen de 'aanbinders' gebonden. Op de aanbinders komen korte paaltjes te liggen, de 'kortelingen', die aan één eind op de aanbinder dragen en aan de andere kant in de daarvoor uitgespaarde steigergaten in de muur. Over de kortelingen worden de steigerplanken gelegd die de steigervloer vormen. Bij steigers waarvan de werkvloeren hoger dan 2,50 m boven de begane grond liggen, worden leuningen en kantplanken aangebracht. Vervolgens worden langs de buitenkant van de staanders langsschoren bevestigd. In het Standaardnederlands is het woord 'steiger' mannelijk, in een aantal plaatsen in met name Nederlands Limburg echter onzijdig. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een onzijdig genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [S 35; L B1, 172; N 32, 1a; N 32, 1c; monogr.; N 32, 2e]
II-9
|