29965 |
steigertouw |
bindkoord:
beŋkǭrt (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
bindtouw:
benjttǫw (L330p Herten),
bindzeil:
beŋzęjl (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
koord:
kōt (P176p Sint-Truiden),
steigerkoord:
[steiger]koat (Q113p Heerlen, ...
Q117a Waubach),
[stelling]kǫat (Q121p Kerkrade),
steigerstrik:
štīgǝrštrek (Q117a Waubach),
štījǝrštrek (Q121c Bleijerheide),
steigerstrop:
stęjgǝrstrøp (L265p Meijel
[(meervoud: stęjgǝrstrøp)]
),
stęjgǝrstrǫp (Q113p Heerlen, ...
L289b Leuken
[(id)]
,
L318b Tungelroy
[(id)]
,
L289p Weert
[(meervoud: stęjgǝrstrø̜p)]
),
steigertouw:
[steiger]tow (L163p Ottersum),
[steiger]tǫw (L320a Ell, ...
L320c Haler,
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
L211p Leunen,
L382p Montfort,
Q197p Noorbeek,
L290p Panningen,
Q098p Schimmert,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo,
L210p Venray),
stellingkoord:
stø̜leŋkoǝrt (L360p Bree),
stęleŋkǭǝrt (L316a Lozen),
stellingstouw:
stęleŋstǫw (Q013p Uikhoven),
štęleŋstǫw (Q028p Jabeek, ...
Q194p Rijckholt),
štɛleŋstow (Q099q Rothem),
stellingstrop:
stęleŋstrǫp (L321p Neeritter
[(meervoud: stęleŋstrø̜p)]
),
stellingtouw:
[stelling]tǫw (Q019p Beek, ...
Q018p Geulle,
L321p Neeritter,
L289p Weert),
stellingzeil:
stɛleŋzęjl (L364p Meeuwen
[(meervoud: stɛleŋzęjlǝr)]
),
stɛ̄leŋzēʔǝl (K278p Lommel),
štɛleŋs˲zęjl (Q111p Klimmen
[(meervoud: štɛleŋs˲zęjldǝr)]
),
strik:
štrek (Q202p Eys, ...
Q121p Kerkrade),
strop:
strø̜p (Q095p Maastricht
[(meervoud: strø̜pǝ)]
),
touw:
tǫw (L267p Maasbree, ...
Q020p Sittard,
Q013p Uikhoven),
zeil:
zijǝl (K353p Tessenderlo),
zējǝl (Q003p Genk
[(meervoud: zējǝlǝr)]
)
|
Het touw waarmee de aanbinder aan de staanders wordt vastgebonden. Steigertouwen zijn vervaardigd van hennep of van vezelmateriaal van gelijke sterkte, zijn minimaal 5 m lang en hebben een doorsnede van minimaal 1 cm. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(steiger)-' het lemma 'Steiger'. [N 32, 2c; monogr.]
II-9
|