25596 |
stempel |
broodstempel:
broodstempel (L432a Koningsbosch),
brutstɛmpǝl (Q095p Maastricht),
brutštɛmpǝl (Q193p Gronsveld, ...
Q035a Rumpen),
bruǝtstɛmpǝl (L269a Hout-Blerick),
bruǝtštɛmpǝl (Q203p Gulpen),
brōtstɛ̄mpǝl (L163p Ottersum),
brūtstē̜mpǝl (Q012p Rekem),
brūtstɛmpǝl (L317p Bocholt, ...
Q003p Genk),
brūwǝtstɛmpǝl (L312p Neerpelt),
brūǝtštɛmpǝl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
brǭtstɛmpǝl (L427p Obbicht, ...
Q015p Stein),
brǭwtštɛmpǝl (L432p Susteren),
cijferstempel:
sifǝrstɛ̄mpǝl (L163p Ottersum),
firmastempel:
firmastempel (Q193p Gronsveld),
letterstempel:
lętǝrstɛ̄mpǝl (L163p Ottersum),
m.b.-stempel:
m.b.-stempel (L269p Blerick),
merk:
mɛrk (Q180p Mal, ...
L265p Meijel,
L271p Venlo),
merkstempel:
mɛrǝkstɛmpǝl (Q082p Munsterbilzen),
naam:
nǭm (Q095p Maastricht),
naamstempel:
nāmštɛmpǝl (Q019p Beek, ...
Q097p Ulestraten),
ouwel:
%%meervoud%%
owǝls (Q121p Kerkrade),
stamp:
stamp (Q072p Beverst),
štamp (Q121c Bleijerheide, ...
Q121p Kerkrade),
stamper:
stampǝr (Q095p Maastricht, ...
P056p Stokrooie),
stempel:
stempel (L250p Arcen, ...
L292p Heythuysen,
L372p Maaseik,
Q180p Mal,
L265p Meijel,
L321p Neeritter,
Q036p Nuth,
L318b Tungelroy,
Q112p Voerendaal),
stɛmpǝl (Q083p Bilzen, ...
K359p Koersel,
L377p Maasbracht,
P176p Sint-Truiden),
stɛ̄mpǝl (K278p Lommel, ...
L163p Ottersum),
štęmpǝl (Q099q Rothem),
štɛmpǝl (Q198p Eijsden, ...
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q113p Heerlen,
L330p Herten,
Q028p Jabeek,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
L383p Melick,
Q197p Noorbeek,
Q198b Oost-Maarland,
L299p Reuver,
Q030p Schinveld,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
Q117a Waubach,
Q204p Wittem),
stemper:
stɛ̄mpǝr (K314p Kwaadmechelen),
stɛ̄mʔ+F18956ǝr (K314p Kwaadmechelen),
stempsel:
stęmpsǝl (P177p Zepperen),
stɛmpsǝl (P176a Melveren),
teken:
tęjkǝn (Q020p Sittard)
|
Stempel dat dient om gedroogde, ongebakken potten te merken. In L 163 kende men letter- en cijferstempels voor bloempotten voor selectiecultuur van planten, die de mogelijkheid boden kleuren of soorten te controleren. [N 49, 127b] || Stempel of ander gereedschap waarmee de bakker een merk in het deegbrood drukt voordat het de oven of de rijskast ingaat. Het stempel kan de firmanaam, de broodsoort of het gewicht aangeven. Volgens de informant van L 270 bevatten de stempels op het roggebrood de initialen van de bakker in een cirkel of een ovale vorm. En volgens de informant van L 312 werden vroeger stempels met een ster gebruikt die duidden op brood van gemengde bloem en stempels zonder ster die ongemengd brood aangaven. Zie ook afb. 20. [N 29, 41; N 29, 42; monogr.]
II-1, II-8
|