33444 |
steunsels in de bovenhoeken van een poort |
consolen:
konzǫlǝ (Q080p Vliermaal),
kørsalǝ (K317p Leopoldsburg),
kōnsōlǝ (P218p Borlo, ...
P175p Gingelom),
kǝzø̜lǝ (P048p Halen),
kǫnzǫlǝ (Q099q Rothem, ...
P174p Velm),
consoles:
konzǫls (Q009p Maasmechelen, ...
Q012p Rekem),
kǫnzøls (K278p Lommel),
(enk)
kõsǫl (P222p Opheers),
kǝnzǭl (L282p Achel),
kǫnsōl (L314p Overpelt),
kǫnzǫl (K357p Paal, ...
L420p Rotem),
kǭnsǭl (P176p Sint-Truiden),
consoletjes:
konzø̜̄lkǝs (L270p Tegelen),
scheerstiep:
šērstīp (L378p Stevensweert),
schoren:
sxǭrǝ (L163p Ottersum),
sparren:
spārǝ (Q093p Rosmeer),
sporen:
spōrǝ (P048p Halen),
steun:
stø̄n (K361a Boekt Heikant),
steunblokken:
stønblokǝ (P044p Zelem),
steunzool:
štø̄nzǭl (Q106p Bemelen)
|
In de bovenhoeken van een poort zijn soms ook paaltjes aangebracht om het kozijn te steunen of alleen maar ter versiering. Deze paaltjes zijn lichter dan die in de benedenhoeken. Enkelvoudige opgaven benoemen een van de steunpaaltjes aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.b bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42g]
I-6
|