e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijfsel aanpapper: ānpapǝr (Maasbree), stijf: schtief (Valkenburg), sjtief (Doenrade, ... ), stief (Echt/Gebroek, ... ), stif (Gennep, ... ), stièf (Venlo), stīf (Blitterswijck, ... ), stjief (Melick), stīf (Meijel), štīf (Bleijerheide, ... ), štif (Montzen), (de \'s\' wordt uitgesproken als sch).  štīf (Haanrade), As ge teveul sti‰f gebruukt, wert de wes te sti‰f: als je teveel stijfsel gebruikt, wordt de was te stijf  stiēf (Castenray, ... ), Pupke sjtief: een kleine hoeveelheid stijfsel in een linnen lapje, in de vorm van een dotje dichtgebonden  sjtief (Sittard), samen met znd 7, 48  stiv (Opglabbeek, ... ), stī.f (Dilsen), stīf (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), st‧īf (Mheer), štif (Lontzen), štīf (Moresnet, ... ), št‧īf (Montzen), stijfblokjes: sjtiefblökskes (Heel), stijfmeel: stiëf-meal (Venray), stijfsel: sjtiefsel (Baarlo, ... ), sjtiehfsel (Waubach), sjtíefsel (Doenrade), steifsəl (Maastricht), steͅsəl (Lommel), stiefsel (Baarlo, ... ), stieëfsel (Boekend), stiēfsel (Castenray, ... ), stifsəl (Gennep, ... ), stijfsel (Maastricht, ... ), stijsel (Hoeselt, ... ), stièfsel (Schimmert, ... ), stiêfsel (Echt/Gebroek, ... ), stīfsəl (Roggel), stèètsel (Hasselt), stêssël (Tongeren), stīfsǝl (Sevenum), stɛ̄fsəl (Sint-Truiden), stɛ̄səl (Sint-Truiden), Dao is neet genóg stijfsel in de mansjètte  stijfsel (Maastricht), Dië mòt nóch stijfsjel óp menne kól d؉.ën: je moet nog stijfsel op mijn halsband doen  stijfs(j)el (Zonhoven), samen met znd 7, 48  stai̯fsəl (Engelmanshoven, ... ), stai̯səl (Bilzen), stāi̯fsəl (Bilzen, ... ), stāi̯səl (\'s-Herenelderen), stejɛsəl (Kermt), stēsəl (Borgloon), stēͅfsəl (Hasselt, ... ), stēͅi̯fsəl (Zonhoven), stēͅsəl (Herk-de-Stad, ... ), stēͅəsəl (Loksbergen), steͅfsəl (Hasselt, ... ), steͅi̯fsəl (Borlo, ... ), steͅi̯səl (\'s-Herenelderen, ... ), steͅi̯əfsəl (Sint-Truiden), steͅsəl (Gelinden, ... ), stifsəl (Achel, ... ), stisəl (Achel, ... ), stivsəl (Neeroeteren), stiəvsəl (Lanklaar), stīfsəl (Amby, ... ), stīsəl (Opglabbeek), støsəl (Kwaadmechelen), stɛi̯fsəl (Beringen, ... ), stɛi̯səl (Heusden, ... ), stɛsəl (Beverlo, ... ), stɛ̄səl (Beringen, ... ), st‧īsəl (Opgrimbie), st‧ɛi̯fsəl (Genk), štifsəl (\'s-Gravenvoeren), štīfsəl (Welkenraedt), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  stèsel (Beverlo), Zo wordt het ook wel genoemd.  stiëfsel (Venray), stijfselen: sjtiefsele (Posterholt) De pap waarmee men de zool en/of de rand afstijfselt. Alvorens men de zolen likt, smeert men ze in met stijfsel, waardoor een diepe glans ontstaat. [N 60, 121c] || de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes) [ZND 32 (1939)] || Hoe noemt u de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes)? (stessel) [N 104 (2000)] || stijfsel || Stijfselpap om de muts te doen stijven. [N 61, 15c] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)] II-10, II-7, III-2-1