30161 |
stootvoeg |
dilitatievoeg:
dēlǝtāsivōx (L382p Montfort),
kopse voeg:
kǫpsǝ [voeg] (Q117a Waubach, ...
L289p Weert),
kopsvoeg:
kǫps˲[voeg] (Q194p Rijckholt),
kopvoeg:
kop˲[voeg] (K318p Berverlo, ...
Q003p Genk,
L364p Meeuwen),
kǫp˲[voeg] (Q019p Beek, ...
Q083p Bilzen,
Q121c Bleijerheide,
L320a Ell,
Q018p Geulle,
L320c Haler,
Q113p Heerlen,
L414p Houthalen,
Q100p Houthem,
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
L289b Leuken,
L267p Maasbree,
Q197p Noorbeek,
Q099q Rothem,
Q197a Terlinden,
Q013p Uikhoven,
Q101p Valkenburg,
Q117a Waubach,
L289p Weert),
opstaande voeg:
ǫpštǭndǝ vōx (L270p Tegelen),
rechte voeg:
rɛxtǝ [voeg] (L364p Meeuwen, ...
Q095a Oud-Caberg,
Q020p Sittard),
rekvoeg:
ręk˲vux (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
scheidingsvoeg:
šęjdeŋs˲vōx (L382p Montfort),
staande voeg:
stǫndǝ [voeg] (K278p Lommel),
stǭndjǝ [voeg] (L289p Weert),
štǭndǝ [voeg] (Q202p Eys, ...
L270p Tegelen),
stootvoeg:
stoǝt˲[voeg] (L320c Haler),
stuwǝt˲[voeg] (K353p Tessenderlo),
stuǝt˲[voeg] (L316a Lozen, ...
L265p Meijel,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
stȳt˲[voeg] (L364p Meeuwen),
stōt˲[voeg] (L211p Leunen, ...
L163p Ottersum),
stōǝt˲[voeg] (L432p Susteren),
stūt˲[voeg] (Q095p Maastricht, ...
L318b Tungelroy),
stūǝt˲[voeg] (P176p Sint-Truiden),
stǫt˲[voeg] (L210p Venray),
stǭt˲[voeg] (L271p Venlo),
štoǝt˲[voeg] (Q098p Schimmert),
štuǝt˲[voeg] (L291p Helden, ...
Q111p Klimmen,
L290p Panningen),
štwoat˲[voeg] (Q097p Ulestraten),
štwǫat˲[voeg] (Q019p Beek),
štōt˲[voeg] (L330p Herten, ...
Q039p Hoensbroek),
štūt˲[voeg] (Q113p Heerlen)
|
Verticale voeg. Zie ook afb. 41. Het woordtype 'dilitatievoeg' (L 382) duidt een voeg aan die wordt aangebracht om te verhinderen dat bij grote temperatuurwisselingen scheuring in het metselwerk zal optreden. Zie voor de fonetische documentatie van het woord en woorddeel '(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29c; monogr.]
II-9
|