e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stootvoeg dilitatievoeg: dēlǝtāsivōx (Montfort), kopse voeg: kǫpsǝ [voeg] (Waubach, ... ), kopsvoeg: kǫps˲[voeg] (Rijckholt), kopvoeg: kop˲[voeg] (Berverlo, ... ), kǫp˲[voeg] (Beek, ... ), opstaande voeg: ǫpštǭndǝ vōx (Tegelen), rechte voeg: rɛxtǝ [voeg] (Meeuwen, ... ), rekvoeg: ręk˲vux (Leuken, ... ), scheidingsvoeg: šęjdeŋs˲vōx (Montfort), staande voeg: stǫndǝ [voeg] (Lommel), stǭndjǝ [voeg] (Weert), štǭndǝ [voeg] (Eys, ... ), stootvoeg: stoǝt˲[voeg] (Haler), stuwǝt˲[voeg] (Tessenderlo), stuǝt˲[voeg] (Lozen, ... ), stȳt˲[voeg] (Meeuwen), stōt˲[voeg] (Leunen, ... ), stōǝt˲[voeg] (Susteren), stūt˲[voeg] (Maastricht, ... ), stūǝt˲[voeg] (Sint-Truiden), stǫt˲[voeg] (Venray), stǭt˲[voeg] (Venlo), štoǝt˲[voeg] (Schimmert), štuǝt˲[voeg] (Helden, ... ), štwoat˲[voeg] (Ulestraten), štwǫat˲[voeg] (Beek), štōt˲[voeg] (Herten, ... ), štūt˲[voeg] (Heerlen) Verticale voeg. Zie ook afb. 41. Het woordtype 'dilitatievoeg' (L 382) duidt een voeg aan die wordt aangebracht om te verhinderen dat bij grote temperatuurwisselingen scheuring in het metselwerk zal optreden. Zie voor de fonetische documentatie van het woord en woorddeel '(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29c; monogr.] II-9