30927 |
strop |
aantrekker:
āntrękǝr (L267p Maasbree),
lits:
lets (Q083p Bilzen, ...
Q071p Diepenbeek,
K278p Lommel),
lus:
løs (L163a Milsbeek),
strop:
strøp (Q018p Geulle),
stręp (Q083p Bilzen),
štrop (Q121c Bleijerheide, ...
Q112a Heerlerheide,
L387p Posterholt),
štrøp (Q253p Montzen),
trekker:
trekker (Q003p Genk),
treklus:
trękløs (L265p Meijel)
|
De lus aan een laars of schoen om deze op te trekken. Een strop of lus kan zowel van leer als van stof zijn. Stroppen zitten aan de achterkant vast aan de achterbies, aan de glijbies of aan beide; of ze vormen met één van deze twee of met alletwee één geheel (Kn√∂fel I, pag. 159). [N 60, 20]
II-10
|