31376 |
strovijl |
duitse vijl:
dø̜jtsǝ vęjl (P219p Jeuk),
pruisenvijl:
prȳsǝvīl (L382p Montfort, ...
L331p Swalmen),
strooivijl:
struwǝjvē̜l (K353p Tessenderlo),
strȳvęjl (Q095p Maastricht),
strø̜jvīl (L321p Neeritter),
strū.jvīl (L289p Weert),
strǫjvīl (L165p Heijen, ...
L216a Oostrum),
štruǝvīl (L291p Helden
[(grove vijl)]
, ...
L290p Panningen
[(grove vijl)]
),
štryǝvil (Q121b Spekholzerheide),
štrȳǝvīl (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen,
L299p Reuver),
štrø̜v ̇īl (L330p Herten),
štrø̜vīl (Q099q Rothem
[(grove vijl)]
),
strooivijltje:
štrø̜vilkǝ (L432p Susteren),
strovijl:
strōvīl (L213p Well)
|
In het algemeen een vijl met een vrij grof bekapt blad dat plat of halfrond kan zijn. Strovijlen ontlenen hun naam aan het feit dat ze in bundels van 2 tot 16 stuks of meer in stro verpakt verkocht werden. Zie ook afb. 98. De strovijl is ook wel bekend onder de naam Duitse vijl (vgl. Vuylsteke, pag. 166). [N 33, 101; N 33, 86]
II-11
|