id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31117 | thuiswerk | huiswerk: hyswɛ̄rǝk (Milsbeek), hūswɛrk (Dilsen), thuiswerk: thuiswerk (Bleijerheide, ... ), tūswerk (Roggel), tūswęrk (Geulle) | Het werk dat men thuis maakt. Volgens de informant van Q 121c kwam het in zijn grootvaders tijd (ʔ± 1880) nog geregeld voor dat de schoenmaker bij de klanten thuis kwam werken. [N 60, 227] II-10 |