e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trapleer huishoudtrap: huushâldtráp (Castenray, ... ), hūshǫwttrap (Heerlen), huistrap: hoestrap (Meerssen), keukentrap: keukentrap (Maastricht), keukentrapje: keuketrepke (Ulestraten), ledder: ledder (Blerick, ... ), løͅdər (Voerendaal), ledderbok: lɛdǝrbok (Nieuwenhagen, ... ), leddertje: ledderke (Hoensbroek), leder: leijer (Blerick, ... ), lijor (Vaals), luier (Blerick), leer: \'n Häöltere lieër Hoonderd poond mit de lieër: een geslacht varken licht van gewicht Wie \'n lieër wil beklimme, mótòp de underste sproot beginne: wie iets wil bereiken , zal eenvoudig moeten beginnen  lieër (Castenray, ... ), schilderstrapje: sxeldǝrstrɛpkǝ (Ottersum), trap: trap (Geleen, ... ), trapje: trepke (Blerick, ... ), trepkə (Berg-en-Terblijt), trèpke (Haelen), trɛpkǝ (Ottersum), klein model met 3 treden  trepke (Maasbracht), voor de kleinere modellen  trepke (Tegelen), trapladder: trapladder (Blerick), traplödder (Sittard), trapledder: trapledder (Blerick, ... ), trapleddər (Eys), traplidder (Wahlwiller), trapludder (Mheer, ... ), traplèdder (Maastricht), traplödder (Geleen, ... ), traplø̜dǝr (Gulpen, ... ), trapløͅdər (Amstenrade, ... ), traplɛdǝr (Diepenbeek, ... ), in het Maastrichts trapledder  trapludder (Noorbeek), è van Frans est  traplèdder (Asselt), trapleddertje: trapledderke (Hoensbroek, ... ), trapludderke (Schinveld), traplödderkĕ (Rothem), trapleder: trap-lei-jer (Baarlo), trapleejer (Mechelen), traplei-jer (Baarlo), trapleier (Echt/Gebroek, ... ), trapleiĕr (Baexem), trapleijer (Beesel, ... ), traplejer (Roosteren), traplèjər (Pey), trapledertje: trapleiërke (Helden/Everlo, ... ), trapleer: trapleer (Bergen, ... ), traplēr (Gennep, ... ), traplier (Arcen, ... ), trapliër (Meijel), trapliər (Blitterswijck, ... ), traplīēi̯r (Meterik), traplīr (Houthalen), tráplieër (Castenray, ... ), trapleertje: traplerke (Meijel), traplierke (Maasbree, ... ), traplierkə (Horst), traplīrkǝ (Houthalen), trapleider: traplɛjǝr (Buchten, ... ), trappenledder: trapǝlɛdǝr (Bleijerheide) kleine verplaatsbare trapleer voor huishoudelijk gebruik || trapladder || trapladder, huishoudtrap || trapleer [DC 39 (1965)] || Uitklapbare ladder met platte treden en steunende tweepoot. [N 67, 63f] || Uitklapbare ladder met platte treden en steunende tweepoot. Aan de bovenzijde van de trapleer kan een platform zijn aangebracht. Zie ook het lemma "trapleer" in Wld ii.9, pag. 206. [N 64, 89; div.] II-11, II-9, III-2-1