28811 |
turks leer |
turks leer:
terks lē̜r (L417p As),
turks leer (Q071p Diepenbeek, ...
Q113p Heerlen),
tȳrks lē̜r (L298a Kesseleik),
tørks lē̜r (Q083p Bilzen, ...
L317p Bocholt,
Q174p Herderen,
Q009p Maasmechelen,
L265p Meijel,
L416p Opglabbeek),
tørks līr (Q078p Wellen),
tørks lɛjǝr (L282p Achel),
tørks lɛ̄r (Q162p Tongeren),
tø̄rks lē̜r (Q011p Boorsem),
tø̜rks lē̜r (Q007p Eisden, ...
L289p Weert),
tø̜rkɛ̄ lē̜r (L425p Grevenbicht / Papenhoven),
tęrks lēr (L364p Meeuwen),
tɛrks lɛ̄r (Q086p Eigenbilzen)
|
Turks leer is volgens Van Dale (pag. 3008) ø̄marokijnø̄ dat een fijne soort van korrelig leer (oorspronkelijk geiteleer uit Marokko) is. In vraag N 62, 95 werd gevraagd of men de naam ø̄Turks leerø̄ kende en welke stof ermee werd bedoeld. Uit de antwoorden blijkt dat men er een zwarte matblinkende stof met grijze strepen mee bedoelde (Q 78) of een zeer vast geweven soort katoenen ribfluweel (Q 11). In elk geval gaat het om een stugge, sterke stof die praktisch onverslijtbaar is. [N 62, 95; N 62, 89b; N 59, 201]
II-7
|