31087 |
uitleesten |
de leest deruit trekken:
dǝ lę̄s trawtrękǝ (Q083p Bilzen),
de leest uittrekken:
dǝr lę̄s uttrekǝ (Q253p Montzen),
de schoen van gen leest doen:
dǝr šōn va gǝnǝ lę̄s duǝ (Q253p Montzen),
leest uit de schoen halen:
lest yt dǝ sxun hǭlǝ (L163a Milsbeek),
ontleesten:
ontlīstǝn (L421p Dilsen),
uitleesten:
uitleesten (L387p Posterholt),
uǝtliǝstǝ (L267p Maasbree),
øtjlę̄stǝ (L265p Meijel),
ūslę̄stǝ (Q121c Bleijerheide),
ūtlęjstǝ (L293p Roggel),
uittrekken:
awttrękǝ (Q083p Bilzen),
van de vorm ontdoen:
van de vorm ontdoen (K278p Lommel)
|
Het, eventueel met behulp van een leesthaak, uit de schoen trekken van de leest. [N 60, 141b]
II-10
|