id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31160 | uitzetter | been: bi-jn (Sint-Truiden), knook: knōk (Maastricht), leerspanner: lę̄ršpanǝr (Susteren), treklat: trɛklat (Weert), uitrekker: ūtrękǝr (Neeritter), uitzetijzer: ūtzetīzǝr (Montfort), ūtzętīzǝr (Schimmert, ... ), uitzetter: ūtzętǝr (Helden) | Stuk ijzer, glas of vuursteen in een handgreep, gebruikt om de rek uit het leer te halen of om dun leer glad te strijken. [N 36, 40] II-10 |