e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van zijn plaats rollen aflopen: afgeloepe (Jeuk), bijzen: WNT: bijzen, 4. Ook van een draaitol, "wanneer hij, uitgedraaid zijnde, ver van zijne eerste plaats rolt".  bizze (Bocholt), bizə (Eksel), binnen: binne (Eys, ... ), bis gaan: Biezjee < fr. biser: degeneren? Breuls haalt als voorbeeld en bewijs aan de naam van een toneelstuk "Titine est bizée": B. is op hol.  biezjee goon (Maastricht), Vgl. Maastricht Wb., pag. 34: biezjee*, in de zegsw. - goon = a) v.e. tol: uitlopen, ophouden met draaien; b) cynisch: sterven.  bīzjē gōn (Maastricht), draaien: draië (Vorsen), kokkerellen: koekerelle (Schimmert), omrollen: umrolle (Weert), omtuimelen: ömtoêmele (Kanne), omvallen: (umvalle) (Jeuk), omvalle (As, ... ), ophellen: hij heilt op (Meijel), rollen: rollen (Lauw), tirvelen: tervələ (Urmond), tirvele (Sevenum), uitbollen: uitbollen (Lommel), uitdenderen: oet gedenderd (Kesseleik), uitdraaien: (autgedrêd) (Bilzen), is uitgedraaid (Eigenbilzen), oet gedreit (Sevenum), oetdreje (Montfort), oetgedreed (Sittard), oetgedreijd (Maastricht), oetgedriejnd (Schaesberg), uitgedraaid (Leopoldsburg), uitlopen: oetgelaupe (Kapel-in-t-Zand), oetlaoppe (Vlodrop), oetloape (Itteren), ūtlōpə (Eys), ówtloupe (As), uitrollen: oetrolle (Venlo), ūtroͅlə (Heerlen), uitstinken: Biej het perkmèjje koom ich n eet boete de krènk, mer gelökkig stinkdje mienen dob zich oet.  oetstènke (Echt/Gebroek), uittollen: oettollen (Stein), varen: vārə (Swalmen), vortrollen: e rolt voet van zijn plak (Genk), wegrollen: wegrolle (Thorn), wegroolle (Posterholt), witsen snijden: witse sniee (Montfort) a) V.e. tol: uitlopen, ophouden met draaien. || Ophouden met tollen en buiten het perk rollen (van werptol). || van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen] [N 112 (2006)] || Van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen]. [N 88 (1982)] III-3-2