e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vastendag magere dag: maageren daag (Neerpelt), mageren (daag) (Heek), magerendaag (Valkenburg), vastdag: vastdaag (Rimburg), vasteldag: fesseldaag (Grubbenvorst), fesseldag (Meerlo), vaesteldaag (Sevenum), vasjeldaag (Reuver), vasseldaag (Kessel, ... ), vasseldag (Afferden, ... ), vasteldaag (Heel, ... ), vasteldag (Horn), vesseldaag (Baarlo, ... ), vesseldag (Heijen, ... ), vesseldāg (Blitterswijck), vesteldaach’ (Banholt), vesteldaag (Baarlo, ... ), vesteldag (Borgharen), vesteldāāg (Maasbree), vĕsseldag (Merselo), vĕsteldaag (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), vĕsteldāāg (Heer), västeldaag (Schinveld), vèsseldaag (Urmond), D  Vesteldaag (Brunssum), Opm. gewoonlijke benaming.  vêsteldaaëg (Sevenum), ps. boven de a (van vaste...) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  vasteldaag (Beegden), vastendag: `ne vastedaag (Klimmen), enne vastendag (Eys), inne vaastedaag (Waubach), inne vastedaag (Nieuwenhagen), ne vastedaog (Tongeren), unne vaste dag (Meerssen), vaaschtendoig (Eijsden), vaastedaag (Bocholtz, ... ), vaastendaag (Epen, ... ), vaastendag (Lommel), vaestendaag (Heers), vaste daag (Geleen), vaste dāāg (Houthalen), vastedaach (Simpelveld), vastedaag (Asenray/Maalbroek, ... ), Vastedaag (Klimmen), vastedaag (Klimmen, ... ), vastedaaëg (Hoensbroek), vastedag (Nuth/Aalbeek, ... ), vastedāāg (Nieuwenhagen), vasteedaag (Heel), vastendaag (Achel, ... ), vastendag (Blerick, ... ), vastendaog (Eigenbilzen), vastendāāg (Beesel, ... ), vastendoag (Eigenbilzen), vasterdaag (Eisden), vāstendag (Heijen), vāstəndax (Meijel), voastendaag (Helden/Everlo), vostendaag (Bingelrade), vōāstendāāg (Panningen), vàstədag (Loksbergen), ənə vāstədāX (Montzen), ???  vastedaag is `vazele daag (Klimmen), ps. boven de a (van vaste...) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  vastedaag (Beegden), ps. de beide "es"staan subscript geschreven en zijn omgespeld in: ë.  vaëstendaaëg (Sevenum), zwarte dag: Opm. = Goede Vrijdag.  zwart daag (Buggenum) De periode van Aswoensdag tot Pasen (de grote vasten, vastentijd). [N 96C (1989)] || De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] || Een vastendag [vassendag, vasseldag]. [N 96D (1989)] || vastendag [SGV (1914)] III-3-3