30236 |
verblinding |
bekleding:
bǝklęjeŋ (Q097p Ulestraten),
blind metswerk:
blent mɛtswē̜rǝk (L364p Meeuwen),
blindlaag:
bleŋlǭx (Q111p Klimmen),
koplaag:
kǫplōx (Q003p Genk),
rol:
rǫl (L210p Venray
[(11 cm)]
),
rollaag:
rǫllōx (P176p Sint-Truiden),
rǫllǭx (Q194p Rijckholt, ...
Q099q Rothem,
Q013p Uikhoven),
sierstuk:
sērstø̜k (Q095a Oud-Caberg),
strek:
strek (L320c Haler, ...
L414p Houthalen,
L211p Leunen,
K278p Lommel,
L265p Meijel,
L210p Venray
[(22 cm)]
),
strɛk (L316a Lozen),
štrek (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
streklaag:
štręklǭx (Q202p Eys),
verblinding:
vǝrblenduŋ (Q121c Bleijerheide),
vulling:
vø̜leŋ (L289p Weert)
|
De gemetselde laag stenen waarmee de latei aan het oog wordt onttrokken. Zie voor de woordtypen 'streklaag', 'strek', 'rollaag', 'rol' en 'koplaag' ook de toelichting bij de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Koppenlaag'. [N 32, 15d]
II-9
|