29579 |
verfpot |
duppen:
dø̜pǝ (Q111p Klimmen),
grüle:
gryl (Q111p Klimmen),
verfblik:
vɛrǝf˱blek (L267p Maasbree),
verfbus:
vęrǝf˱bø̜s (L330p Herten),
verfduppen:
vɛrǝf˱døpǝ (Q121p Kerkrade),
vɛrǝf˱dø̜pǝ (Q111p Klimmen),
verfgrüle:
vɛrǝfjryl (Q121p Kerkrade),
verfpot:
[verf]po.t (Q162p Tongeren
[(meervoud: -pøt)]
),
[verf]pǫt (L426p Buchten, ...
Q071p Diepenbeek,
Q203p Gulpen,
L328p Heel,
Q113p Heerlen,
L330p Herten,
P219p Jeuk,
Q121p Kerkrade,
Q095p Maastricht,
L163p Ottersum,
Q032p Schinnen,
K353p Tessenderlo,
Q117a Waubach),
verfpotje:
vɛrǝfpø̜tjǝ (L270p Tegelen),
vernisemmer:
vǝrnes˱ęmǝr (L265p Meijel)
|
Pot van aardewerk met gaatjes voor een hengsel, gebruikt voor het bewaren van verf. [N 49, 116a] || Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(verf)-' het lemma 'Verf'. [N 67, 53a; monogr.]
II-8, II-9
|