32011 |
verstekschaafblok |
kroonlijstenklem:
krūǝnlīstǝklɛm (L271p Venlo),
stootblok:
štūǝs˱blǫk (Q121c Bleijerheide),
verstekblok:
vǝrštē̜.k˱blǫk (L330p Herten),
vǝrštē̜k˱blǫk (Q020p Sittard
[(meervoud: vǝrštē̜k˱blø̜k)]
),
vǝrštęk˱blǫk (L329p Roermond),
versteklade:
vǝrštē̜.klā. (Q020p Sittard),
verstekschroef:
vǝrstē̜kšrūf (Q083p Bilzen)
|
Werktuig in de vorm van een langwerpig blok waarop twee driehoekige blokjes zijn bevestigd, waartussen het te bewerken stuk hout vastgeklemd kan worden. In de verstekschaafblok vastgezette werkstukken kunnen langs de schuine zijde van het blok in verstek geschaafd worden. Zie ook afb. 118. [N 53, 214b; monogr.]
II-12
|