28430 |
verstevigingsspijlen |
dwarsspijlen:
dwarsspilǝ (L210p Venray),
houten spijlen:
hōtǝ špilǝ (Q113p Heerlen),
korfstekker:
kɛrfstɛkǝr (Q003p Genk),
pennen:
(enk)
pɛ̄n (Q253p Montzen),
reutelstekken:
rø̄tǝlstɛkǝ (L289p Weert),
roerstekken:
rø̄ǝrstɛkǝ (L271p Venlo),
speetstekken:
špētstɛkǝ (L333p Asenray / Maalbroek
[(gespleten)]
),
(enk)
spētstɛkǝ (L414p Houthalen),
speetstekker:
speǝtstɛkǝr (Q001p Zonhoven
[(stokken die in een kaar gestoken worden waartegen de bijen hun wastafels kunnen maken)]
),
spieën/spijen:
spęjǝ (Q071p Diepenbeek),
spijlen:
spi-jlǝ (L381b Peij),
spilǝ (L428p Born, ...
Q018p Geulle,
L246p Horst,
L265p Meijel,
L271p Venlo,
L215a Wellerlooi),
spilǝn (L421p Dilsen),
spīlǝ (L372p Maaseik, ...
Q015p Stein),
špi.ǝlǝ (L330p Herten),
špilǝ (Q019p Beek),
špīlǝ (L270p Tegelen),
spleetstekker:
šplētštɛkǝr (L329p Roermond),
spleten:
šplētǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
sponnen:
(enk)
spon (Q071p Diepenbeek),
stekken:
stekken (L416p Opglabbeek, ...
K353p Tessenderlo),
stɛkǝ (K317a Kerkhoven, ...
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer),
stɛkǝn (Q002p Hasselt),
štɛkǝ (Q019p Beek),
stekker:
stękǝr (L371a Geistingen),
stokken:
stokken (L282p Achel)
|
Spijlen die door de korf worden gestoken ter versteviging en ondersteuning van de ratenbouw. Enkele stroringen onder de kop steekt de imker een stuk of drie spijlen loodrecht op de kopspijlen en een stuk lager weer een drietal, terwijl enkele ringen boven de onderkant nog eens een paar spijlen komen. De spijlen zijn doorgaans van sporkehout of de vuilboom gemaakt maar er zijn er ook van wilge-, esse-, populiere-, beuke- en notehout. [N 63, 6b; N 63, 5e; N 63, 6c; Ge 37,14]
II-6
|