e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vestenmaker confectioneur: confectioneur (Opglabbeek), giletmaakster: žilēmēkstǝr (Maastricht), giletmaker: žilēmēkǝr (Maastricht, ... ), žilęmē̜ǝkǝr (Eijsden), jasmaker: jasmǭkǝr (Lanaken), jassenmaker: jassenmaker (Zolder), jasǝmākǝr (Houthalen), jasǝmē̜kǝr (Eisden), jasǝmīkǝr (s-Gravenvoeren), kamizolenmaker: kamǝzolǝmē̜kǝr (Bilzen), kamǝzolǝmǭkǝr (Bilzen), kamizoolsmaker: kamǝzǭlsmē̜kǝr (Doenrade), kamizooltjesmaker: kamǝzø̄lkǝsmē̜ker (Born, ... ), paltomaker: paltomaker (Hopmaal), rompjesmaker: rø̜mkǝsmākǝr (Tegelen), stukwerker: stø̜kwerkǝr (Neeroeteren), stø̜kwęrǝkǝr (Zolder), vestenmaker: vestenmaker (Hopmaal, ... ), vɛstǝmaǝkǝr (Schulen), vɛstǝmākǝr (Horst, ... ), vɛstǝmāxǝr (Bleijerheide), vɛstǝmēkǝr (Voerendaal), vɛstǝmē̜kǝr (Echt, ... ), vestjesmaker: vɛšǝsmē̜kǝr (Reuver), wammesjesmaker: wē̜mǝskǝsmākǝr (Herten) Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a] II-7